Theater kan ook eng worden als de politiek zich ermee gaat bemoeien. Wanneer de politiek zich met de inhoud van theater gaat bemoeien weet je dat het met de democratie de verkeerde kant op gaat. Kijk naar het Derde Rijk: de nazi’s bestempelden sommige kunstuitingen – dus ook theater – als entartet. Ontaard. Los gemaakt van de aarde, los van haar wortels. Maar ook ‘ontvormd’, ‘ontdaan van goed gedrag’, ‘ontdaan van goede zeden’ en ‘ontdaan van kunst’. Een slechtere ‘recensie’ kun je theater nauwelijks geven.
Maar de bemoeienis met theater (en kunst en cultuur in het algemeen) komt ook in mildere vorm voor in de politiek. Zo zagen/zien extreem-links/de communisten het nog altijd als verlengstuk van hun ‘indoctrinatie’ door kunst en cultuur te reduceren tot een ‘(her-)opvoedend middel’. Ook daarmee verliest het zijn ventielfunctie; immers van echte expressie van het binnenste van makers is geen sprake meer.
In ons land beperkt zich de invloed op kunst, cultuur, theater vooral tot die eeuwige bezuinigingsdrang op kunst bij enkele partijen. Ik denk dat het van wezenlijk belang is dat men – helaas vooral – aan de rechterkant van de politiek gaat beseffen wat de waarde is van theater en dat niet alles om geld draait in het leven. Door het dichtstoppen van het ventiel op de samenleving wordt de druk op die samenleving steeds hoger. Ik kan me moeilijk aan de gedachte onttrekken dat ze dat expres doen. Immers, zij hebben belang bij deze ‘druk’ in de samenleving. Het levert hun stemmen op. Desondanks is dat mijn verjaardagswens van dit jaar: geef juist méér ruimte aan kunst, cultuur, theater! De samenleving en de wereld worden er mooier van.
Br. Hans-Peter Bartels ofm