“In ons gezin vinden we het een fijn idee dat we een deel van onze tijd kunnen besteden aan vrijwilligerswerk, zoals de zondagsschool van onze parochie. We zijn gewend om overal waar mogelijk vrijwilligerswerk te doen. We geloven dat naast het lezen van de Bijbelse leringen het belangrijk is om ze na te leven.”

Aan het woord is Johnny Hazboun. Samen met zijn vrouw Niveen werkt hij voor het Franciscan Boys Home in Bethlehem. Sinds een paar jaar werken ze daar als begeleiders van de kinderen van het huis, dat gesticht werd door de custodie van het Heilige Land.

Het franciscaanse jongenshuis in Bethlehem werd in 2007 opgericht om christelijke kinderen en tieners tussen de 6 en 18 jaar uit gezinnen met ernstige sociale en economische moeilijkheden op te vangen.

’s Morgens past Niveen op het huis. De middagen brengt het echtpaar samen door met de kinderen. Ze spelen met hen, helpen bij het huiswerk en ze bidden samen, net als in een gezin.

Toewijding

Johnny’s band met de franciscaanse broeders liep via zijn werk als leraar lichamelijke opvoeding aan de Terra Sancta School in Bethlehem. Hij begon af en toe deel te nemen aan de activiteiten van het franciscaanse jongenshuis, op verzoek van een broeder. Kort daarna werd zijn inzet omgezet in een echte baan, hoewel Johnny benadrukt: “Alles wat ik voor deze jongens doe, is voor mij geen werk. Het is iets dat ik wil geven en niet iets dat ik van hen wil afnemen.”

De ontmoeting met broeder Sandro Tomašević, die de leiding heeft over het huis, was van fundamenteel belang voor de missie van Johnny en Niveen. “Op een dag”, zegt Johnny, “vroeg fra Sandro me om hier in huis te zijn samen met mijn vrouw Niveen, niet als twee werknemers, maar als man en vrouw om zo voor deze jongens te zorgen.”

Fra Sandro, die Niveens toewijding observeerde bij de ondersteuning van wat aanvankelijk het vrijwilligerswerk van haar man was, realiseerde zich dat het echtpaar een speciale band had met de jongeren. Toen hij zag hoe liefdevol Johnny en Niveen hen behandelden, bijna alsof het hun eigen kinderen waren, besloot hij het paar te vragen een officiële rol in het huis op zich te nemen.

Als een familie

Het verhaal van Johnny en Niveen is er een van liefde en toewijding voor de jongeren. Het is een ervaring die zowel de ouders als ook het hele gezin heeft verrijkt. Elke keer als ze kunnen, betrekken Johnny en Niveen hun dochters bij de activiteiten van het huis. “Het is belangrijk”, zegt Niveen, “dat deze jongens leren zich goed en sociaal te gedragen. Als onze meisjes komen, spelen ze samen, koken ze en helpen ze bij de verschillende activiteiten in huis.”

“Het is ook fundamenteel”, voegt Johnny eraan toe, “dat deze jongeren het gevoel hebben dat we hen als onze kinderen beschouwen. We moeten ervoor zorgen dat we hen op dezelfde manier behandelen als onze dochters. Vanaf de eerste dag hebben we gezegd dat we als één familie zijn: het Franciscan Boys Home is ons thuis en zij zijn onze kinderen.”

Een klein gebaar of extra aandacht maken het verschil. Niveen geeft als voorbeeld: “Op een avond was er een kind dat gerustgesteld moest worden. Dus bleef ik wat langer bij hem en omhelsde hem totdat ik zag dat hij kalm was en zonder angst naar bed kon gaan.”

Christelijke opvoeding

In het franciscaanse jongenshuis zorgen Johnny en Niveen ook voor een christelijke opvoeding: “Voor het avondeten,” vertelt Niveen, “bidden we allemaal samen in de kapel, we zingen en geven de tijd om enkele gebeden op te schrijven die we opzeggen voor het eten. Allemaal samen, als een familie.”

Het franciscaanse jongenshuis is een oriëntatiepunt en een thuis geweest voor veel jongens uit Bethlehem, waardoor ze hoop op een betere toekomst kregen, ondanks moeilijkheden. “Veel jongens die in het Franciscan Boys Home hebben gewoond”, zegt Johnny, “zijn inmiddels volwassen. Ze hebben hun school afgemaakt, sommigen zijn gaan studeren of hebben een vaste baan gevonden. Een enkeling keert zelfs terug als vrijwilliger om te helpen en met plezier terug te denken aan deze plek en de tijd die ze hier hebben doorgebracht.”

Lucia Borgato

Bron: Custodie van het Heilig Land