Op het feest van de Kruisverheffing, 14 september, mediteert Franciscus, zoals elke dag, over het lijden van Christus. In vervoering ziet hij in de verschijning van een Serafijn het beeld van Christus aan het kruis. Daarin wordt hem duidelijk gemaakt dat ook hij door geestelijk lijden omgevormd zal worden tot gelijkenis met de gekruisigde. En de Heer zelf zegt hem: “Ik geef je de wonden die de tekenen zijn van mijn lijden. Zo zul je Mij gelijkvormig zijn…” Als het schitterende visioen voorbij is, loopt zijn hart over van liefde voor God en in zijn handen en voeten en in zijn zijde verschijnen de wonden van het lijden van Christus.
Alles overwinnende liefde
Franciscus voelt zich zo aangetrokken door de alles overwinnende liefde van de lijdende Christus dat hij zich helemaal in zijn element voelt als hij dat lijden kan overwegen. Hij raakt in vervoering, wordt overweldigd door hevige emoties; hij ervaart de diepste werkelijkheid van wat hij leest, ziet en hoort; het wordt een wezenlijk bestanddeel van zijn eigen leven. En al mediterend treedt hij soms buiten zijn aardse bestaan. Hij weet niet wat hem overkomt, het is met geen woorden te beschrijven; het gaat de werkelijkheid te boven. Franciscus is er heel diep van doordrongen dat hij één moet worden met de lijdende Christus, dat hij alleen op die manier de weg kan gaan naar eeuwig geluk. In de periode van bezinning op de berg La Verna heeft hij daarvan steeds meer ervaren en nu is de dag gekomen van de vervulling. Om één te kunnen worden met Christus moet hij ook de weg van Christus gaan. Dat is voor hem vanzelfsprekend en daarom aanvaardt hij vol vreugde de heilige wondtekenen van de Heer. Hij beseft dat hij door de Heer is uitverkoren om van Gods eindeloze liefde te getuigen voor alle mensen.
Dit artikel verscheen eerder in het magazine Minderbroeders Franciscanen, nr. 5, 2024.