Tien jaar paus Franciscus: de ‘kleine arme’ achterna?
Op 13 maart 2013 werd Jorge Bergolio gekozen tot de 266e paus. De eerste jezuïet, de eerste paus van het Zuidelijk Halfrond (en überhaupt de eerste sinds de 8e eeuw die niet uit Europa komt) én de eerste paus die zich vernoemde naar onze poverello Franciscus van Assisi.
Op 13 maart 2023 maakt broeder Guy Dilweg de balans op na 10 jaar paus Franciscus.
De nieuwe paus groet de mensen op het Pietersplein.
Kippenvel. Dat kreeg ik toen ik op 13 maart 2013 voor de televisie zat. Daar werd bekendgemaakt dat de Argentijn Jorge Mario Bergoglio als pausnaam ‘Franciscus’ had gekozen. Even dacht ik nog, Bergoglio is jezuïet, dat hij Franciscus Xaverius bedoelde. Maar nee, hij tooide zich met de naam van de kleine heilige uit Assisi. Er ging een golf van ontroering door de wereld. En op het Pietersplein klonk een daverend applaus toen paus Franciscus de schare begroette met de simpele woorden: “Zusters en broeders, goedenavond”.
We zijn nu tien jaar verder. Hij heeft met zijn nabijheid en gewoonheid de harten gestolen van een grote menigte gelovigen, binnen en buiten de kerk. En hij heeft weerstand gewekt. Felle weerstand soms, met name in kringen waarin men wilde vasthouden aan een apolitieke, hiërarchische kerk met haar status, waarin het goed toeven is voor carrièremakers en geestelijken die zich als een aparte kaste beschouwen. Hoe heeft deze paus zich in dit spanningsveld gemanifesteerd? Ja, hoe franciscaans is deze paus?
Wat is franciscaans?
Maar wat is ‘franciscaans’? Ik kan er niet ver naast zitten als ik de volgende kenmerken benoem: een diepe verbondenheid met de Allerhoogste en een grote liefde voor zijn Zoon. En daaruit voortvloeiend – het zich ingebed weten in één grote broeder- en zusterschap met alle schepselen. Dan gaat het niet alleen om de vogels en de bloemen, waarmee Franciscus van Assisi zo bekend en geliefd geworden is. Dan gaat het ook over zijn broeders en zusters, inclusief de lastige dwarsliggers. Dan gaat het over de rijken die hij niet wil veroordelen. Over de eerbied voor de kerk en de ambtsdragers. Over de andersgelovigen, in zijn tijd de moslims. Over het bij elkaar brengen van strijdende partijen. Franciscus wordt niet voor niets de Man van Vrede genoemd. Zijn groet ‘Vrede en Alle Goeds’ klinkt al eeuwenlang over de hele wereld in alle talen. Hij toonde hoe onder de verschillen en tegenstellingen die ons mensen verdelen een gemeenschappelijke basis ligt waarop we van elkaar broers en zussen zijn. Aan het eind van zijn korte leven – om dit rijtje mee te besluiten – juichen in hem de kosmische elementen die in zijn Lied van de Schepselen hun Schepper loven. Het plaatje is dan compleet. Niets is meer uitgezonderd van de broeder- en zusterschap. Ook zuster dood niet.
Man van de daad
En dan is er nog zo’n hartverwarmende eigenschap van Franciscus van Assisi. Hij leeft wat hij gelooft, hij doet wat hij zegt. Hij is een man van de daad. En als hij daarop reflecteert dan hoor je altijd én de ervaringen in de praktijk én zijn gelovige visie meeklinken.
In dit artikel trekken we uit deze kluwen een paar draden die op een opvallende manier de twee mannen uit Assisi en Rome verbinden.
• Diepe godsverbondenheid
• De arme als godsontmoeting
• De liefde voor de armoede
• De schepping als gemeenschappelijk bezit en uitdrukking van de liefde van de Schepper
• De broeder- en zusterschap van al het geschapene
• De dialoog zoeken en de vrede herstellen
• En in en door dit alles: de kerk herstellen.
Mijn God en mijn Al
Franciscus van Assisi was een groot bidder. Meestal trok hij zich daarvoor terug op een afgelegen plaats of in de nacht. Het verhaal gaat dat een gastheer dat wel eens mee wilde maken en hem ‘s nachts bespiedde. De man vertelde dat de heilige de hele nacht op was gebleven en alsmaar zuchtte ‘Mijn God en mijn Al.’ (1) Het is deze godsverbondenheid die hem stuurde en overstroomde in een vreugdevol bestaan. Een enorme kracht die hem steeds weer erop uit deed trekken om te getuigen van zijn ‘liefde voor de Liefde’.
Van de paus weet ik niet veel over zijn gebedsleven. Dat behoort ook tot de intimiteit. We kunnen er wel wat over zeggen vanuit wat de paus schrijft en vanuit wat hij doet. In zijn brieven en encyclieken wijst hij steeds op het belang van een gebedsleven, op een persoonlijke verhouding met Christus en zijn Vader. Een relatie die tot een grote vreugde zal leiden (2), zoals dat ook bij Franciscus van Assisi het geval was; de speelman Gods.
Je kunt ook iets ervaren van het diepe en hem voortstuwende geloof als je ziet hoe hij omgaat met tegenslag en tegenwerking. Emmanuel van Lierde zegt daarover in een interview: “Hij lijkt er nog altijd zin in te hebben, weet zijn humor te bewaren en kent nog steeds een innerlijke rust. Hij moet een sterk innerlijk geestelijk leven hebben. Als je ziet ook hoe hij omgaat met alle kritiek. Hij laat het toe, vindt het goed dat het naar boven komt, gaat er zelden op in. Hij tolereert veel en laat ook tegenstanders lang op hun post in het Vaticaan zitten. Ook daarin is hij een goede jezuïet, dat hij dat toelaat en er liefdevol mee weet om te gaan, waar anderen hun geduld al lang zouden hebben verloren.” (3)
Franciscus van Assisi (Cimabue)
“Mijn God en mijn al!”
~ Franciscus van Assisi
Paus Franciscus omhelst en kust een man met een misvormd hoofd.
“Er is geen alibi om te rechtvaardigen dat we niet met de armen omgaan als Jezus zich met elk van hen heeft geïdentificeerd.”
~ Paus Franciscus
De melaatse
Zo’n diep geloof is een gave, maar ook een verworvenheid. Bij Franciscus van Assisi begint zijn religieuze ontwikkeling met de beroemde kus aan de melaatse. Voor hem was dit een openbaring van de manier waarop God zich laat zien. In de arme, in mensen aan de rand van de samenleving. Zijn hele leven zal Franciscus hun zijn grote liefde betonen.
Voor paus Franciscus is dat niet anders. Als kardinaal zocht hij de armen al op in de slums van Buenos Aires. Hij gaat heel wat verder dan het op Witte Donderdag wassen van de voeten van zwervers en gevangenen, zoals zijn voorgangers wel deden. In zijn apostolische brief uit 2016, Misericordia et Misera (4), stelde hij de eerste Werelddag van de Armen in. Hij organiseerde in de magnifieke audiëntiezaal van het Vaticaan een rijke lunch met de behoeftigen van Rome. Eerder had hij al gezorgd voor douches voor daklozen in de buurt van de Bernini-colonnades rond het Sint-Pietersplein. Mensen die zich daaraan stoorden hield hij voor dat Jezus had gezegd dat de armen altijd onder ons zouden zijn (Joh. 12) en hij schreef: “Er is geen alibi om te rechtvaardigen dat we niet met de armen omgaan als Jezus zich met elk van hen heeft geïdentificeerd.” (5) Zo is het. En om de vergelijking nog wat verder door te trekken kun je wijzen op de kus die de paus gaf aan de man met een vreselijk mismaakt gezicht. De parallel met de melaatse ligt voor de hand. Een groot verschil is natuurlijk dat Franciscus van Assisi zijn kus gaf in de intimiteit van een ontmoeting en de paus de man omhelsde voor het oog van een groot publiek. Ik meen echter dat het geen show was, maar even authentiek als de kus aan de melaatse.
Vrouwe Armoede
De godsverbondenheid van Franciscus van Assisi weerspiegelt zich in de keuze van zijn bruid: Vrouwe Armoede. Zo laat je immers zien dat je totaal afhankelijk wilt zijn van je Schepper door af te zien van alle materiële, zeg maar wereldse, zekerheid. De Poverello (kleine arme) prijst zijn broeders keer op keer de armoede aan als de weg naar het hoogste geluk. Zij maakt ons ‘tot ‘erfgenamen en koningen van het rijk der hemelen’. Zijn radicale armoede heeft maar weinig echte navolgers gekregen. Maar heel de franciscaanse wereld kiest bewust voor eenvoud en soberheid.
Dat gaat ook op voor deze paus. Enig theater is hem daarbij niet vreemd. Rondrijden in zijn Ford in plaats van in de pauselijke limo, zelf zijn koffers dragen, afzien van pauselijke overdaad. Maar ja, hij doet het toch maar. Hij kiest zijn woonplek in het gastenhuis van het Vaticaan en niet in de pauselijke vertrekken. Herhaaldelijk roept hij de gelovigen op tot een eenvoudige levensstijl. In zijn meest bekende encycliek Laudato si’ besteedt hij daar veel aandacht aan (203-208; zie verderop). Zelf wil hij – in de mate van het mogelijke – daar een voorbeeld van zijn. Illustratief is het verhaal van de kardinaal die het hoofd is van het bureau dat giften en aalmoezen verdeelt. De paus zei hem dat hij zijn bureau maar moest verkopen. “Je hebt het niet nodig … Je moet er op uit gaan en de armen opzoeken.” (6)
Franciscus en het mystieke huwelijk met Vrouwe Armoede (Ottaviano Nelli)
Na zijn uitverkiezing betaalt Paus Franciscus zelf de rekening van het hotel waar hij als kardinaal verbleef.
(L’OSSERVATORE ROMANO VIA AP) (7)
Paus Franciscus na de aankondiging van zijn encycliek Laudato si’.
“Wij hebben hier de Laudato si’ Alliantie (…) met onder meer een prima website: wwww.laudato-si.nl/.”
~ Guy Dilweg ofm
De paus deelt niet alleen van zijn bezit, maar ook van zijn tijd. Als het even kan maakt hij tijd voor wie hem wil spreken en menigeen staat verbaasd over zijn toegankelijkheid. Voor journalisten, maar evengoed voor een groep scholieren. (8)
Ons gemeenschappelijk huis
De arme speelt een belangrijke rol in zijn beroemde encycliek Laudato si’, waarin hij de zorg voor de aarde (én de arme) opneemt in de sociale leer van de kerk. De paus trekt de lijn van vorige pausen door, maar verbreedt en verdiept het perspectief. Het gaat om de hele aarde, om de hele mens, om de hele schepping. Alle mensen van goede wil worden opgeroepen om met respect en eerbied om te gaan met de aarde en de armen. De ‘ecologische bekering’ waartoe de paus oproept, is ingrijpend: economie, politiek, maatschappij, en ook de kerk, moeten gericht zijn op het behoud van de schepping, op het verbeteren van de levensomstandigheden van de zwaksten en op het welzijn van de generaties die na ons komen. De encycliek is veelomvattend. Hij reikt van het ongebreidelde consumentisme tot en met goed openbaar vervoer als voorwaarde voor een verantwoorde manier van leven. Ik heb jarenlang lezingen en presentaties gegeven over en aan de hand van deze encycliek. En ik bleef me verbazen over de rijkdom en de radicaliteit ervan. Zoals de heilige Franciscus al levend en biddend de samenhang van al wat geschapen is ontdekte (in de zin van ‘blootlegde’), zo houdt ook de paus ons voor dat alles met alles samenhangt. Dat kan lastig zijn, zo’n complex geheel. Het kan je ook helpen gewoon maar ergens te beginnen, omdat zo’n begin ook het geheel in beweging zal brengen.
In het buitenland kreeg de encycliek heel wat meer aandacht dan in Nederland. Maar wij hebben hier de Laudato si’ Alliantie die daar verandering in probeert te brengen met onder meer een prima website: www.laudato-si.nl/.
Ik weet niet of de paus met dieren spreekt of voor de vogels preekt, maar hij is wel de man die van hen én van de armen de spreekbuis wil zijn. De noodkreet van de arme is in wezen verbonden met de noodkreet van de aarde. In zijn brief spiegelt de paus zich ook herhaaldelijk aan Franciscus van Assisi. Hij haalt hem voortdurend aan als voorbeeld van een integrale mens. De titel van de encycliek is niet voor niets ontleend aan het Zonnelied: ‘Laudato si’ mi Signore…’ Gezegend zijt gij Heer door al uw schepselen…
Broeder- en zusterschap
Nog zo’n franciscaans thema: de fundamentele verwantschap van alles wat leeft en wel in het bijzonder die tussen mensen. De paus begon zijn apostolaat met een groet aan de mensen op het Pietersplein: Fratelli e sorelle, buona sera. En je zou de encycliek ‘Fratelli tutti’ daarvan de uitwerking kunnen noemen. Opnieuw ontleent hij de titel aan Franciscus van Assisi, die daarmee alle zusters en broeders aansprak. “Want de heilige Franciscus, die zich een broer van de zon, de zee en de wind voelde, wist zich nog meer te verenigen met degenen die van zijn eigen vlees waren. Hij zaaide overal vrede en liep dicht bij de armen, de verlatenen, de zieken, de afgedankten, de laatsten.” (Inleiding, 2)
Dat we allen elkaars broeder en zuster zijn, hoe verschillend ook van aard, dat is niet vrijblijvend. Franciscus van Assisi spoorde zijn broeders aan om ‘”terwijl ze door de wereld gaan niet te twisten of te bekvechten of anderen te oordelen. Maar zij moeten mild, vredelievend en bescheiden zijn, vriendelijk en nederig en met iedereen respectvol praten zoals dat hoort.” (9) Je zou zeggen: het is onze menselijke plicht elkaar de hand te reiken, maar vooral ook onze harten voor elkaar te openen. De paus verwijst ook naar de Wijsheidspreuk (25): “Gelukkig de dienaar die zijn broeder evenveel liefheeft en respecteert wanneer deze ver weg is, als wanneer hij bij hem is.” Dat is een liefde, zegt de paus, die het mogelijk maakt dat elke persoon erkend, gewaardeerd en geliefd wordt buiten de fysieke nabijheid, buiten de plaats van het universum waar hij geboren is of waar hij woont.
De encycliek ‘Fratelli tutti’ van Paus Franciscus in de Nederlandse vertaling (Adveniat)
(Van: Berneboek.com)
Franciscus ontmoet de Sultan – Robert Lentz ofm
“Er gaat geen toespraak voorbij waarin de paus niet oproept tot vrede.”
~ Guy Dilweg ofm
Dialoog en vrede
“Sultan, sultan”, schijnt Franciscus van Assisi geroepen te hebben toen hij vanuit het kruisvaarderskamp zich een weg baande naar het hof van de sultan. Het is hem gelukt. Zijn inzet om de sultan te bekeren en zodoende een einde te maken aan de vijandelijkheden is echter mislukt. Maar hij werd wel een voorbeeld voor ieder die de dialoog zoekt met de andere partij. En zeker als het gaat om de islam.
Ook de paus heeft zich aan zijn voorbeeld opgetrokken. Al in 2014 ontmoette hij de Groot Mufti Rahmi Yaran in Istanboel en bad samen met hem in de Blauwe Moskee. En er gaat geen toespraak voorbij of de paus roept op tot vrede.
Paus en Groot Mufti bidden samen in de Blauwe Moskee.
Zoals in zijn toespraak in de Grote Moskee in Bahrein op 4 november vorig jaar. Daar vertelde de paus de Moslimraad van Ouderen dat hij “samen op reis wilde gaan in de geest van Franciscus van Assisi”. “God is de bron van vrede. Moge hij ons in staat stellen om overal ‘kanalen van zijn vrede’ te zijn.” En hij voegde eraan toe: “De God van vrede veroorzaakt nooit oorlog, zet nooit aan tot haat, steunt nooit geweld. Wij, die in hem geloven, zijn geroepen om vrede te bevorderen met instrumenten van vrede, zoals ontmoeting, geduldige onderhandelingen en dialoog, die de zuurstof is van vreedzaam samenleven.”
De roep om vrede, zorg voor de arme en voor de aarde zijn constanten in het veertigtal reizen naar evenzovele landen. Daarbij schuwt hij conflictgebieden niet. Een dappere man.
Het Sint-Pietersplein
Het Sint-Pietersplein
“Als je opgesomd ziet wat de paus allemaal in de kerk in gang heeft gezet, dan geloof je bijna je ogen niet.”
~ Guy Dilweg ofm
Herstel mijn kerk
Daar zat-ie dan, Francesco di Bernadone. Het moest anders. Maar hoe? In het kerkje van San Damiano kreeg hij een eerste aanwijzing: herstel mijn kerk, want je ziet dat die in puin valt. Franciscus aan het metselen en werkend met zijn handen rijpte zijn ziel. Zo werd hij de man die in zijn jaren en in de eeuwen erna talloze mensen inspireerde tot een evangelisch leven, binnen de kerk maar vaak ook ondanks de kerk.
De positie van Franciscus van Assisi als vrije mens, is wel heel anders dan die van paus Franciscus als hoofd van een enorm apparaat, de R.-K. kerk. Maar ik vind het verbazingwekkend hoe de paus op vele manieren bezig is deze kerk te her-grondvesten op een meer evangelische basis.
Austen Ivereigh spreekt van niets minder dan van een “Franciscus Revolutie”. Hij is journalist en biograaf van paus Franciscus. Hij meent dat de paus de afgelopen 10 jaar de ware macht van de kerk heeft hersteld. En die ware macht is de goddelijke dienstbaarheid. “Alle ware autoriteit in de kerk is de deelname aan dezelfde goddelijke dienst. Van Rome, via het college van bisschoppen, en zich uitstrekkend via de synodes, tot de hele kerk, is het herstel van die goddelijke macht als dienst die het kenmerk van zijn hervorming geweest.” (11) Wij hebben de laatste fase van het synodale proces nog vers in het geheugen.
Als je opgesomd ziet wat de paus allemaal in de kerk in gang heeft gezet, dan geloof je bijna je ogen niet. De autoritaire, afstandelijke, klerikale en wettische kerk (misschien wat overdreven) is en wordt omgevormd tot een collegiaal, nabij, mensvriendelijk en pastoraal instituut dat dienstbaar wil zijn aan heel de kerk en daardoor aan heel de wereld. Franciscus van Assisi kon alleen maar dromen van zo’n evangelische bekering van het instituut. Zijn naamdrager voert het stapje voor stapje door. Daarbij stuit de paus vaak op ongekende tegenstand. Dat hij de kerk verkwanselt, aanstuurt op een schisma. Op allerlei manieren wordt hij verdacht gemaakt en probeert men zijn hervormingen onderuit te halen. (12) Het ontroerde me zeer toen ik in Rome van onze generale overste hoorde dat de paus hem tijdens een audiëntie vroeg om voor hem, de paus, te bidden, omdat hij het best moeilijk had. En je kunt het ook hem aanzien. Zijn gelaatstrekken spreken de laatste jaren boekdelen.
Een profeet van onze tijd
Geeft het pas de paus te vergelijken met Franciscus van Assisi? Ik meen dus van wel. Toen Bergoglio tien jaar geleden de naam koos van de Poverello was dat een welbewuste keuze. Die naam is voor de paus een programma: arme, aarde, vrede, evangelie. We mogen ons als kleine franciscaanse gemeenschap binnen die heel grote wereldwijde kerk zalig prijzen met een man die in de positie is om de mede door ons gedragen waarden zo nadrukkelijk vorm te geven in kerk en samenleving.
Emmanuel van Lierde noemt paus Franciscus ‘een profeet van onze tijd’. En dat deed mij terugdenken aan de tijd, een kleine vijftig jaar geleden, dat ik het Franciscusboekje ‘Een levend Evangelie’ schreef. Toen was het boek van N.G. van Doornik voor mij een grote inspiratiebron. Titel van het boek: Franciscus van Assisi, een profeet voor onze tijd. Bergoglio maakt het waar. Ja, hij is een profeet ván onze tijd, de kleine arme achterna.
Paus Franciscus kust een beeld van Franciscus van Assisi
(Paul Haring ©2013 Catholic News Service)