Het begin van de franciscaanse orde
Leven in volgens het evangelie
Op 16 april viert de franciscaanse familie het begin van het franciscaanse avontuur. Op deze dag herdenken we dat Franciscus en zijn eerste volgelingen besloten zich op een nieuwe wijze in gemeenschap aan God te wijden: ‘Broeders, ziehier de levenswijze en de regel, die wij en allen die zich bij onze gemeenschap willen aansluiten, dienen te volgen. Gaan jullie dus nu uitvoeren wat jullie gehoord hebben!’
Franciscus doet zijn schoenen uit, hij wordt franciscaan, na het horen van de drie evangeliepassages. Onderdeel van het Bardi altaarstuk uit de basiliek van het heilige kruis in Firenze, geschilderd tussen 1245 en 1250.
Na de spectaculaire afstand van zijn vroegere leven en koopmans-waarden leefde Franciscus een periode als kluizenaar en boeteling die vervallen kerkjes herstelde. Twee gebeurtenissen zullen Franciscus van koers doen veranderen. Enerzijds zullen achtereenvolgens de geleerden Bernardus van Quintavalle en Petrus Catani en de boerenzoon Egidius zich bij hem aansluiten. Anderzijds zal het horen van passages uit het evangelie, volgens de traditie op 16 april 1208, hem een levensideaal opleveren, welk hij nooit meer los zou laten. Deze twee gebeurtenissen worden in de verschillende geschiedenissen, herinneringen en verhalen over Franciscus op verschillende manieren verteld. Soms hoort Franciscus alleen de evangeliepassages, soms met enkele of allen van de drie eerste volgelingen, soms tijdens een eucharistieviering en soms na het op goed geluk openlagen van het evangelieboek. In het “Verhaal van de drie gezellen” klinkt het zo:
Toen ze hun gebed beëindigd hadden, nam de zalige Franciscus het gesloten evangelieboek, knielde voor het altaar neer en sloeg het open. De eerste keer dat hij dat deed, viel het boek open bij de raadgeving van de Heer: ‘Als je volmaakt wil zijn, ga dan alles verkopen wat je bezit, en geef het aan de armen; dan zul je een schat verwerven in de hemel.’ Toen Franciscus merkte dat hij dit evangelisch woord getroffen had, was hij zeer verheugd en dankte God. Maar als oprecht vereerde van de heilige Drieëenheid wilde hij het drievoudig bevestigd zien en sloeg het boek daarom nog een tweede en een derde keer open. De tweede keer stiet hij op de tekst: ‘Neem onderweg niets mee… enz., en toen hij het boek voor de derde keer opensloeg, vond hij: ‘Als je mijn volgeling wil zijn, verloochen dan jezelf.’ De zalige Franciscus had God iedere keer dat het boek opengeslagen werd, dank gebracht, omdat hij in de woorden van het evangelie een bevestiging en goedkeuring onderkende van zijn reeds lang gekoesterd plan. Maar toen hem de derde keer die bevestiging van Godswege gegeven werd in zulke duidelijke bewoordingen, zei hij tot de beide mannen, Bernardus en Petrus: ‘Broeders, ziehier de levenswijze en de regel, die wij en allen die zich bij onze gemeenschap willen aansluiten, dienen te volgen. Gaan jullie dus nu uitvoeren wat jullie gehoord hebben!’ Heer Bernardus, die zeer rijk was, ging heen, verkocht al zijn bezittingen, die hem veel geld opbrachten, en deelde dat allemaal uit aan de armen van de stad Assisi. Ook Petrus bracht naar best vermogen de goddelijke raadgeving ten uitvoer. En toen ze alles verkocht en weggegeven hadden, kleedden ze zich beiden in hetzelfde habijt als dat wat de heilige kort tevoren voor zichzelf bestemd had toen hij zijn kluizenaarsgewaad had afgelegd. Van toen af leefden ze als broeders met Franciscus samen op de wijze die de Heer hun in het heilig evangelie duidelijk had gemaakt. Daarom heeft de zalige Franciscus ook in zijn Testament gezegd: ‘De Heer zelf heeft mij geopenbaard dat ik moest gaan leven naar het model van het heilig evangelie.’
De roeping van Franciscus en diens eerste metgezellen door Alphonse Legros uit 1861.
De eerste volgelingen van Franciscus geven hun bezittingen weg door José Benlliure Gil uit 1926.