‘De Liefde bij Franciscus, Clara en Agnes’
Spiritualiteit ontstaan rond de heilige Valentinus
Op de dag van de liefde duikt broeder Hans-Peter Bartels in de franciscaanse bronnen op zoek naar de rol die de liefde bij Franciscus en Clara speelt. Die rol lijkt groter dan je op het eerste gezicht zou denken. Zou dat ermee te maken kunnen hebben dat de heilige Valentinus, naamgever aan Valentijnsdag, in de Umbrische aarde begraven is?
H. Valentinus van Terni
Van Umbrië wordt er wel eens gezegd dat er iets ‘in de grond zit’, waardoor er zoveel heiligen en zaligen uit deze regio komen: ‘onze’ Franciscus, Egidius, Bonaventura, Clara en Agnes van Assisi natuurlijk, maar ook Benedictus en Scholastica van Nursia en Rita can Cascia, om enkele andere bekende heiligen te noemen.
Dat er bij de grote stad Terni echter nog een beroemde heilige ligt, weten veel minder mensen. Hier ligt de heilige Valentinus van Terni of Rome. De heilige van 14 februari. De dag van de liefde, de heilige van de liefde.
Hij lag er al eeuwen voordat de andere Umbrische heiligen op aarde rondwandelden. Zou Valentinus’ aanwezigheid wellicht de aanleiding zijn dat er zoveel andere vrouwen en mannen zich aangetrokken voelden tot een leven in dienst van God? Alsof de liefde de Umbrische aarde doordrenkt heeft…
Laten we op deze dag eens kijken welke rol ‘liefde’ binnen de franciscaanse spiritualiteit speelt. ‘Liefde’ is immers niet het eerste woord als we aan de franciscaanse spiritualiteit denken. Dan komen bijvoorbeeld ‘eenvoud’, ‘gerechtigheid’, ‘vrede’, ‘dienen’, ‘dragen’ en ‘danken’ veel eerder op. Toch kunnen we ‘liefde’ als leidmotief bij Franciscus en Clara herkennen en moeten we erkennen dat het dichter bij de kern van de franciscaanse spiritualiteit ligt dan je zou vermoeden.
Franciscus: de ruimte van de liefde
In de Geschriften van Franciscus komt de liefde op twee wijzen voor. Enerzijds als de liefde van God, gericht tot ons mensen. Soms met de nadrukkelijke beklemtoning, zoals in de Eerste Johannesbrief, dat God zelf de liefde is. Anderzijds is de liefde bij Franciscus een deugd om te beoefenen tussen mensen en dan in het bijzonder tussen broeders (en tussen zusters) onderling of tussen de broeders van Franciscus en de zusters van Clara. Hij verbindt die tweede vorm vaak met het gegeven dat broeders en zusters zo een voorbeeld zijn van die eerste wijze en daarmee een voorbeeld van God in de wereld. Die tweede vorm van liefde gebruikt hij ook als ‘verzwarende factor’ of ‘beklemtoning’ van wat hij zijn broeders en zusters vraagt.
Het komt heel mooi samen in de zin uit de Regel van 1221: “Maar in de heilige liefde die God is, vraag ik alle broeders, de ministers en de anderen, ieder beletsel te verwijderen en alle zorg en beslommering achter zich te laten en zo goed als zij maar kunnen de Heer God met een zuiver hart en een gelouterd verstand te dienen, beminnen, eren en aanbidden wat Hij boven alles vraagt.” (Regel NB, 22:26).
Let er daarbij vooral op dat Franciscus het voorzetsel ‘in’ gebruikt: “[…] in de heilige liefde […]”. Datzelfde doet hij aan het begin van zijn Regels (zowel 1221, als de goedgekeurde regel van 1223): “Dit is de regel en de levenswijze van deze broeders: leven in gehoorzaamheid, in kuisheid en zonder eigendom […]. (Regel NB 1:1). Hij bouwt als het ware een driedimensionale constructie van de drie geloften armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. Alsof het de lengte-, breedte- en diepte-as zijn van een ruimte. Binnen die ruimte leven de broeders. Nu komt daar regelmatig de liefde bij. De vierde dimensie naast lengte, breedte en diepte is de tijd. De vierde dimensie naast armoede, kuisheid en gehoorzaamheid is de liefde. Net als door tijd ontstaat door liefde beweging. De broeders bevinden zich allemaal in die ruimte van de geloften – om het daarbinnen met elkaar uit te houden is ‘liefde’ nodig.
Onder het gehele broeder-/zusterschap-idee van Franciscus is de liefde de noodzakelijk dragende kracht. Dat geldt niet alleen voor minderbroeders of zusters clarissen onderling, nee dat geldt voor die universele broederschap waarin alles met alles verbonden is. Zonder de liefde gaat het niet. Broeder Zon geeft zijn liefde (in de vorm van warmte), wij ‘moeten’ broeder Zon lief hebben. Zuster Aarde geeft haar liefde (in de vorm van voedsel), wij ‘moeten’ zuster Aarde liefhebben.
Dat hangt natuurlijk weer samen met de gedachte die Franciscus met Johannes deelt: God is liefde. Ten eerste moeten wij in de liefde, in God, blijven, maar God is ook Degene die zorgt dat alle zusters en broeders binnen de Schepping het met elkaar uithouden.
Antoni Viladomat i Manalt, Franciscus, Clara en enkele andere broeders en zusters eten samen in San Damiano.
Clara en haar zusters (fresco in San Damiano).
Clara: de liefde creëert de ruimte voor God
Clara schrijft erover aan haar ‘penvriendin’ en medezusters Agnes van Praag. “Zijn liefde wekt liefde” (4 BrAgn 11) en verderop “Laat de taal van het vlees zwijgen in de liefde voor jou en laat de taal van de geest spreken. O gezegende dochter, omdat de taal van het vlees de liefde die ik voor jou heb op geen enkele manier ten volle kan uitdrukken, smeek ik je dat je wat ik ten halve geschreven heb welwillend en eerbiedig opvat en daarin tenminste de moederlijke genegenheid opmerkt waardoor ik voor jou en jouw dochters elke dag met een gloed van liefde geraakt word.” (4 BrAgn 35b:37a).
Jaren eerder schreef ze in haar derde brief al dat de ziel van de mens groter moet zijn dan de hemelen. De ziel kan de liefde (en dus God) wél bevatten, terwijl niets in de Schepping – zelfs de hemelen (God is immers mens geworden) – dat niet konden. De ziel kan dit wél dankzij de liefde. De liefde/God maakt het mogelijk dat de ziel de liefde/God bevat. De liefde creëert als het ware de ruimte waarin zijzelf plaats kan nemen.
In haar Testament beveelt Clara “omwille van de liefde die God is” (TestCl 45) aan de ‘Kerk van Rome’, de paus, de kardinaal-protector (van de minderbroeders en de zusters) haar zusters aan zodat zij de armoede kunnen blijven onderhouden. En haar zusters vraagt ze “omdat jullie door de liefde van Christus elkaar liefhebben”, die liefde die zij van binnen hebben, metterdaad van buiten te tonen, zodat de zusters steeds zullen groeien in liefde tot God en elkaar. (vgl. TestCl 59-60). Ook de abdis moet haar gezag bouwen op liefde voor en van de zusters en niet op het ambt zelf (TestCl 61-63).
Franciscus: ‘De liefde wordt niet bemind’
Dan is er ten slotte nog een verhaal over Franciscus, waarin hij weeklaagt dat de liefde niet wordt bemind. In de bekende bronnen komt het verhaal niet voor. We kunnen ons afvragen of het zo heeft plaatsgevonden. Allereerst wordt het citaat dat in de mond van een wenende Franciscus wordt gelegd, op dezelfde wijze toegeschreven aan de cisterciënzer Bernardus van Clairvaux en aan de karmelietes Maria Magdalena de’ Pazzi. En verder varieert de situatie en het moment in zijn leven ook sterk in de verschillende versies van het verhaal. De ene versie situeert het verhaal “in de straten van Assisi in de buurt van Kerstmis”, een andere plaatst het “op de berg Monte Subasio in het voorjaar”. Ook de levensfase van Franciscus varieert in de verschillende versies: tijdens zijn bekering, vlak erna, tegen het einde van zijn leven. Er zijn er die dit creatief oplossen door te zeggen dat Franciscus wel vaker de liefde beweende.
Afijn. Iemand (een stadsbewoner of een boer) komt een wenende Franciscus tegen. Op de vraag wat er aan de hand is, zegt Franciscus “de liefde wordt niet bemind” en herhaalt dat als een soort mantra. Toch kan het verhaal evengoed wel historisch zijn. Uit de ‘officiële’ Geschriften en Oudste Bronnen weten we dat Franciscus regelmatig het lijden van Christus bemediteerde en dan ontzettend moest huilen. In zekere zin komt dit op hetzelfde neer. Uit liefde voor ons onderging Christus zijn lijden. Christus is God en God is liefde.
De wenende Franciscus (schilderij in Greccio).
Agnes en haar visioen met de kroningen (afbeelding in het clarissenklooster te Florence, waar zij abdis is geweest).
Agnes van Assisi: Gods onuitsprekelijke liefde wordt niet beantwoord
Ook Clara’s zus en zuster, Agnes, hield zich hier zeer mee bezig. Over haar wordt het verhaal verteld dat zij zich op een nacht afzonderde om te bidden. Zij deed dit op gezichtsafstand van Clara, die (op haar ziekbed) ook bad. Clara zag toen hoe Agnes van de grond loskwam en zweefde. Daarna werd ze, met tussenpozen, door engelen met drie kronen gekroond. De volgende dag vroeg Clara wat Agnes de nacht ervoor gebeden had en waarover ze gecontempleerd had. Dat wilde Agnes niet zeggen. Maar nadat Clara haar, met een beroep op de gehoorzaamheid, ertoe dwong, vertelde ze: “Ten eerste, toen ik toegewijd de vriendelijkheid en het geduld van God overwoog, over hoe veel en hoe vaak Hij dagelijks door zondaars beledigd wordt, voelde ik pijn en intens mededogen. Ten tweede dacht ik aan de onuitsprekelijke liefde die Hij heeft voor de zondaars, en hoe, om hen te redden, Hij het bitterste lijden en de dood doorstaan heeft. Ten derde dacht ik aan de zielen die zich op de reinigingsplaats bevinden, en aan hun kwellingen, en hoe ze zichzelf op geen enkele manier kunnen helpen.”
Tijdens haar contemplatie realiseert Agnes zich eerst dat God vriendelijk en geduldig doorstaat dat er geen antwoord komt, pas daarna komt bij haar het besef waarop dit ontbrekende antwoord het antwoord is – of beter: zou moeten zijn -: op Gods liefde. Haar derde gedachte gaat over het resultaat: wie Gods liefde niet beantwoordt moet een flinke tijd op de reinigingsplaats verblijven. Dat is middeleeuwse terminologie voor ‘het vagevuur’, de voorbereidingsplaats van de hemel. Daar moet ‘boete’ gedaan worden. Dat wil zeggen: er moet geheeld worden wat stuk is gegaan, net zoals een visser zijn netten boet. In dit geval moet geheeld worden dat de zielen die daar verblijven te weinig Gods liefde beantwoord hebben.
“Zelfs op 14 februari, de dag van de liefde, denkt bijna niemand erover om de liefde zelf te beminnen”
Geliefden van God, jezelf en alle andere zusters en broeders
Agnes, Clara en Franciscus treffen elkaar hier. Het lijden uit liefde van Christus en de liefde zelf worden weinig bemind. Het zijn thema’s waarmee – aldus Clara, Agnes en Franciscus – de mensen zich te weinig bezighouden. Ja, zelfs op 14 februari, de dag van de liefde denkt bijna niemand erover om de liefde zelf te beminnen en ons zo geliefden van God te voelen. Of in de woorden van Clara:
“Wees steeds geliefden van God, van jullie eigen ziel en die van alle andere zusters en broeders. En draag er altijd zorg voor te onderhouden wat jullie aan de Heer hebben beloofd. De Heer zij altijd met jullie en moge jullie altijd met Hem zijn. Amen.” (Vgl. ZegCl 14-16)
Laten we Clara’s woorden indachtig Franciscus’ tranen drogen en vandaag eens stilstaan bij de liefde zelf. God houdt van ons, God creëert de ruimte waarin wij broeders en zusters van elkaar kunnen zijn. God is de liefde. Laten we daarom met Franciscus de liefde beminnen:
“Vrouwe heilige Liefde, de Heer moge u behouden met uw zuster heilige Gehoorzaamheid.” (BegDeugd 3)
Hans-Peter Bartels ofm