Verslag van Fra Ibrahim Faltas:
“Het Jubeljaar van de Hoop begon op zondag 29 december in alle bisdommen van de wereld. Op die dag gingen we als ‘pelgrims van de hoop’ op weg om onze medebroeders in Syrië te ontmoeten die de afgelopen jaren het drama van de oorlog in dat land hebben meegemaakt.
Onze reis vond plaats in de geest van de franciscaanse spiritualiteit; we liepen door verwoeste steden en dorpen, midden in de natuur die zwaar had geleden onder het oorlogsgeweld. Als broeders op pad waren we in staat om steun en liefdadigheid te brengen aan onze medebroeders en aan de lijdende Syriërs, na 14 jaar van dood, verdeeldheid en verwoesting.
De ontmoeting met onze medebroeders van de Syrische kloosters was zeer ontroerend. We dankten God dat we elkaar opnieuw konden omhelzen en deelgenoot konden zijn van het begin van een nieuwe episode in de franciscaanse aanwezigheid in Syrië.”
De reis naar Damascus verliep zonder wegversperringen of controleposten, zo vertelt Fra Ibrahim: “Een eerste teken van hoop. De wedergeboorte van het Syrische volk begint met de mogelijkheid van ontmoeting, zodat de barrières en de conflicten die hen verdeelden afgebroken kunnen worden.”
Aangekomen in de Syrische hoofdstad vierden de broeders de mis aan het altaar van de Heilige Martelaren van Damascus, die op 20 oktober 2024 heilig waren verklaard. “Dankzij de voorspraak van deze nieuwe franciscaanse heiligen probeert het Syrische volk weer in vrede te leven.”
De ontmoeting met Al-Jolani
Op 31 december nam de delegatie van de custodie deel aan een ontmoeting van vertegenwoordigers van christelijke kerken met de nieuwe leiders van het land, waaronder de voorman Ahmed Al-Jolani. Deze voormalige rebellenleider van de soennitisch islamitische groepering HTS, speelde een sleutelrol in de val van het Assad-regime, eind 2024.
Vicaris Fra Ibrahim en twee andere leden van de broederdelegatie namen deel aan een privégesprek met de leider van de overgangsregering.
Fra Ibrahim: “Hij had woorden van bewondering, achting en respect, in de eerste plaats voor de paus en zijn inzet voor de vrede. Hij vertelde ons dat hij Syrische christenen niet als een minderheid beschouwde, maar als een integraal en belangrijk onderdeel van de geschiedenis van het Syrische volk.”
In de provincie Idlib leerde Al-Jolani het werk van de broeders kennen en hij uitte zijn achting en respect voor hen. “Hij sprak zijn belofte uit dat al diegenen die Syrië hebben verlaten, inclusief veel christenen, kunnen terugkeren.”
Fra Ibrahim benadrukte tijdens het gesprek de “noodzaak om snel tot vredesvoorstellen in Syrië te komen” en garandeerde “onze volledige bereidheid om samen te werken aan initiatieven van verzoening ten gunste van de Syrische bevolking, waarbij de rechten van alle religieuze minderheden worden beschermd.”
Ter ondersteuning van deze wens gaf Fra Ibrahim aan Al-Jolani een document “waarin de custodie haar nabijheid en steun aan het vredesproces door de zonen van Sint Franciscus garandeert en waarin zij de inzet voor vrede door Syrische christenen waarborgt.” Vervolgens overhandigden de broeders aan Al-Jolani een medaille van de heiligverklaring van de martelaren van Damascus, “ervan overtuigd dat hun voorspraak heeft bijgedragen aan de opening van de weg naar vrede in Syrië.”
Teken van hoop
Op 1 januari, het Hoogfeest van de Moeder Gods en de Werelddag van de Vrede, vierden de broeders de mis in Knaye, een christelijk dorp in de provincie Idlib, een bolwerk van de HTS-militie onder leiding van de huidige leider van de overgangsregering. De viering werd voorgegaan door de franciscaan bisschop Hanna Jallouf, apostolisch vicaris van Aleppo. Twintig jaar lang, gedurende de hele oorlog, was hij pastoor van Knaye.
De laatste stopplaats van de delegatie was Aleppo, waar de broeders een bezoek brachten aan het Terra Santa College, dat op 1 december door een raket werd getroffen. Fra Ibrahim: “In de kerk baden we tot het Kind Jezus voor de kerststal die was opgesteld door de kinderen van de parochie en van andere christelijke gezindten. Ook dit is een teken van hoop: er is geen verwijzing naar oorlog, op de achtergrond werd de Sint-Pietersbasiliek gereproduceerd om iedereen uit te nodigen om in dit Jubeljaar een weg van geloof en hoop te gaan. Een nieuwe koers in de Syrische geschiedenis is begonnen.”