Franciscaanse hulp in Zuid-Libanon

De Voorzienigheid leert ons lessen in deze moeilijke tijden

De uitbreiding van het conflict in het Midden-Oosten naar Zuid-Libanon heeft honderden burgerslachtoffers en duizenden ontheemden veroorzaakt. De franciscaanse broederschap in Tyrus heeft de deuren van het klooster opengezet om dakloos geraakte gezinnen te huisvesten. Broeder Toufic Bou Merhi ofm vertelt erover.

Bidden, hopen en steunen

Minister-generaal Massimo Fusarelli drukte zijn verbondenheid met de broeders en de slachtoffers van de oorlog in Zuid-Libanon als volgt uit: “Ik volg de situatie in Libanon deze dagen via de broeders van de Custodie van het Heilig Land en ik luister naar de pijn die de oorlog en dood van zoveel onschuldigen met zich meebrengt. We zien dat de oorlog zich nu uitbreidt in het Midden-Oosten en de bezorgdheid wordt steeds groter. Vrede lijkt onmogelijk, maar het is juist nu dat we meer moeten bidden en hopen en het leven en de hoop steunen van hen die lijden onder de gevolgen van dit conflict en van onze minderbroeders die altijd dichtbij de slachtoffers blijven, zelfs met persoonlijk risico.”

Onaanvaardbaar

Paus Franciscus richtte een gedachte tot de Libanese slachtoffers in de algemene audiëntie op 25 september: “Ik ben bedroefd door het nieuws uit Libanon, waar intense bombardementen de afgelopen dagen veel slachtoffers en vernietiging hebben veroorzaakt. Ik hoop dat de internationale gemeenschap alles in het werk zal stellen om deze vreselijke escalatie een halt toe te roepen. De escalatie is onaanvaardbaar! Ik betuig mijn verbondenheid met het Libanese volk, dat in het recente verleden al te veel heeft geleden.”

Wat doet u voor de burgerbevolking?

“Wat we doen, is minderbroeders franciscanen zijn te midden van de mensen: onze deuren staan open, we proberen dichtbij te zijn. Op dit moment verwelkomen we meer dan 150 mensen in ons klooster in Tyrus, waaronder 70 kinderen. We zorgen, mede dankzij de vrienden om ons heen, dat ze niets tekort komen. We bieden matrassen aan en drie keer per dag water en eten. Het grote probleem is om deze situatie logistiek en qua gezondheidsniveau te beheersen: we hebben niet veel badkamers; niet de faciliteiten om zoveel mensen te ontvangen. Ons klooster is klein, maar ons hart is groot, dus we houden de tent draaiende…”

Hoe krijg je het voor elkaar om zoveel mensen te voeden?

“Het is of de Voorzienigheid ons, vooral in deze moeilijke tijden, lessen leert: ik weet niet waar het voedsel allemaal vandaan komt, maar mensen bellen vrienden om te helpen; mensen die ik niet eens ken, bellen het klooster om hun hulp aan te bieden.”

Hoe is de situatie op dit moment?

“We zien lijden om ons heen, we zien mensen die bang zijn, die hun huis hebben moeten verlaten maar die niet weten waar ze heen moeten. Ze laten zich leiden door de Voorzienigheid. Het zijn mensen die voor ons geen religie of kleur hebben: onze deuren staan open voor iedereen. Onze handen zijn uitgestrekt om te helpen. Ik dank iedereen die erover nadenkt en ons een handje helpt; Ik dank de Heer eerst voor de kracht, de gezondheid en alle genaden die Hij ons geeft. We zijn dicht bij de onze mensen, bij onze dorpelingen, bij de lijdende mensen en samen met hen roepen we uit: ‘Geen bloedbaden meer, geen oorlog meer!’ Oorlog lost geen problemen op, het geeft geen vrede, maar voedt alleen haat; oorlog geeft geen rechten, alleen vernietiging. Blijf voor ons bidden: we hebben veel gebeden nodig om dit bloedbad te beëindigen, dank jullie allemaal.”


Bron ofm.org

Gerelateerde nieuwsberichten