De kleine vrede
De Internationale Dag voor de Vrede
De Vredesweek valt zoals altijd rond de Internationale Dag voor de Vrede (21 september). De Verenigde Naties vraagt al haar lidstaten die in oorlog verkeren een staakt-het-vuren van een etmaal af te kondigen en staten die in vrede leven op die dag wereldvrede te herdenken. Nu is dat heel groots gedacht. Wat kunnen wij zelf doen? Ter gelegenheid van die dag schreef broeder Hans-Peter Bartels het volgende opiniestuk over de kleine vrede.
Zuster, broeder, je broeder Hans-Peter wenst je gezondheid en vrede! (Vgl. Brief aan broeder Leo 1). Met deze wens wil ik graag mijn bijdrage beginnen. Natuurlijk wens ik de wereld vrede toe, einde aan oorlog. Maar ik wil het graag over ‘de kleine vrede’ hebben. Ik ben dol op kleuren en eigenlijk houd ik niet van grijs, maar toch wil ik hier een pleidooi houden voor grijs.
Ik erger me er steeds meer aan hoe zwart-wit steeds meer mensen denken. Ze hebben een mening en als je die mening niet honderd procent deelt, dan duwen ze je zonder pardon in het tegenkamp en ze lijken je dan eigenlijk het licht in de ogen niet meer te gunnen. Een tendens die je in allerlei ‘kampen’ aantreft, zowel binnen als buiten de politiek, zowel binnen als buiten de Kerk.
Omgedraaide of zelfbedachte citaten
Het genuanceerde midden schijnt niet meer te mogen bestaan: “Wie niet voor ons is, is tegen ons!” Het is een honderd procent omkering van Jezus’ uitspraak in Marcus 9:40. Die luidt namelijk: “Wie niet tégen ons is, is vóór ons!” Ik haal Jezus’ uitspraak er bewust bij, want ik zie regelmatig – online, maar steeds vaker ook offline – citaten van Jezus misbruikt worden of zelfs verzonnen worden om een of ander ‘gelijk’ te bewijzen. En ja, deze kwam ik inderdaad omgekeerd tegen, om paus Franciscus weg te zetten als antichrist.
“Wie niet tegen ons is, is voor ons…”
~ Jezus
Carl Heinrich Bloch, ‘De ontmoeting van Maria en Elisabeth’ (1866)
Maar ik las laatst ook een ‘citaat’ van Jezus, dat er kort gezegd op neerkomt dat iedereen die de rozenkrans om Maria te eren niet bidt, zichzelf geen christen mag noemen. Er reageerde een, naar ik meen Amerikaanse, zuster op dat, hoe je ook over de rozenkrans denkt, dit onmogelijk een citaat van Jezus kan zijn, omdat de rozenkrans nog niet bestond toen Jezus en zijn moeder leefden en Maria als Joodse vrouw tijdens haar leven nooit en te nimmer zou hebben opgeroepen haar – een mens – te eren. Een feitelijk en correct antwoord, haar mening over de rozenkrans gaf ze niet.
Toch werd de zuster in kwestie bestookt met boze reacties. De meesten met de uitleg over zinnen waaruit het ‘Wees Gegroet’ is opgebouwd in de Bijbel. Inderdaad gaat dit gebed deels terug op woorden van Elisabeth, de moeder van Johannes de Doper en verwante van Maria. Maar om de een of andere reden werden de niet Bijbelse woorden van het gebed – ‘Heilige Maria, Moeder van God bidt voor ons (arme) zondaars’ – toegeschreven aan Johannes de Apostel. Kortom, de meeste reacties waren totaal naast het punt dat de zuster maakte.
Een paar anderen maakten het nog bonter. Die wierpen de zuster in kwestie zo ongeveer de kerk uit. Ze was een rozenkranshater, een Mariahater, een Christushater. Jezus hád immers niet geleefd, hij lééfde nog steeds. Of het was dan misschien geen citaat, maar hij hád dit kunnen (of moeten) zeggen. En hoe haalde ze het in haar hoofd Jezus en zijn moeder Joods te noemen? (Nogmaals: da’s dus een feit, hè: Maria, Elisabeth, Jezus, de apostelen waren Joden…).
“Nuance brengt vrede, ook de kleine vrede.”
Kennis van zaken
Het valt me de laatste tijd op dat hoe minder kennis van zaken men heeft, hoe harder men op internet en televisie denkt te mogen roepen. Daarom mijn pleidooi voor grijs. Mensen met kennis van zaken – zoals de aangehaalde zuster – zouden zich vaker mogen uitspreken. Zouden zij (en wij) sámen duidelijk kunnen maken dat niets ter wereld zwart-wit is?
Ik ben mij er zeer van bewust dat het niet gemakkelijk is om je voor genuanceerdheid uit te spreken. Sterker nog, ik weet er alles van. Als ik laat merken dat ik ‘grijs’ denk over een bepaald thema, dan word ik altijd ‘in het tegenkamp’ geschoven en krijg ik de meest erge verwijten naar mijn hoofd. Het zorgt ervoor dat ik steeds vaker hoofdschuddend doorscrol in plaats van te reageren. Maar eigenlijk is dat de verkeerde reactie.
Zwart-wit denken, en voor een ander gaan bepalen in welk kamp hij/zij hoort, leidt enkel tot ruzie en oorlog. Zeker wanneer je er valse argumenten voor gaat verzinnen. Ik houd dit pleidooi niet voor niets op de Internationale Dag van de Vrede. Nuance is nodig, nuance brengt vrede, ook de kleine vrede.
De kleine vrede
Vrede is voor Franciscus veel meer dan de afwezigheid van oorlog. De ware vrede zit in je hart. Het is een tevreden zijn met je situatie. En daar hoort ook bij dat we accepteren dat iemand anders is, anders denkt, anders mag zijn. Ik noem dat de kleine vrede. En die gun ik iedereen. We hoeven niet allemaal hetzelfde te denken. En wat we vinden, mogen we zelf – op basis van feiten – bedenken, dat mag je niet voor een ander doen. Laat staan dat je over een ander mag oordelen. Die rol past ons niet; die rol dichtte Jezus zichzelf niet eens toe: Wie heeft mij als rechter over u aangesteld? (Lucas 12:14).
Laten we niet oordelen en respectvol naar elkaar luisteren. Dan hoeft er niemand gif te spuien over het feit dat een ander het niet met je eens is. Het is toch fijn dat je het niet met elkaar eens mag zijn. Accepteer dat… dat geeft zoveel rust… dat geeft de vrede in het hart.
Of, om met de woorden van Franciscus te spreken:
Ik raad mijn broeders [en zusters] aan, ik vermaan hen en spoor hen aan in de Heer Jezus Christus om, terwijl zij door de wereld gaan, niet te twisten en te bekvechten of anderen te oordelen. Maar zij moeten mild, vredelievend en bescheiden zijn, vriendelijk en nederig en met iedereen respectvol praten zoals dat hoort. (Regel van de Minderbroeders, 3:10-11)
Broeder Franciscus en broeder Hans-Peter