Afgelopen twee maanden is er door medewerkers van het Archeologisch Museum in Jeruzalem hard gewerkt aan nieuwe tentoonstellingen. In sommige ruimtes zijn nieuwe stukken toegevoegd, zoals de mozaïeken van de Byzantijnse synagoge van Kana en enkele mozaïeken in de zaal gewijd aan ‘Dominus Flevit’, aanduiding van de plaats op de Olijfberg in Jeruzalem waar, volgens overlevering, Jezus huilde om het lot van de stad zoals hij dat voorzag.

In de kamer van het Heilig Graf zijn in de graven van de kruisvaarderskoningen versierselen aangebracht om een beeld te geven van de oorspronkelijke staat van de graven.

In het midden van de ruimte gewijd aan de berg Tabor – de berg in het noorden van Israël waar Jezus een gedaantewisseling zou hebben ondergaan (zie Marcus 9,2-13; Matteüs 17,1-13; Lucas 9,28-36) – valt een met Griekse letters beschreven stuk marmer op dat het bovenste deel van een kerk toont. Waarschijnlijk het deksel van een middeleeuws reliekenschrijn.

Ten slotte is in de zaal gewijd aan Gethsemané een fresco te bezichtigen afkomstig uit een twaalfde-eeuwse kruisvaarderskerk, gebouwd op de hellingen van de Olijfberg. Ook zijn er voorwerpen te zien uit de eerste en vierde eeuw, gevonden bij recente opgravingen.

De laatste twee zalen hebben speciale aandacht omdat dit jaar de honderdste verjaardag van de inwijding van de heiligdommen van Tabor en Gethsemané wordt gevierd.

Bron: Custodia Terrae Sanctae