Met Petrus en Paulus eenheid vieren
Het feest van de apostelen Petrus en Paulus, patroonsfeest van de kerk van Rome, is een mooie gelegenheid om te vieren dat ook in de kerk, het geheel groter is dan de som van de delen.
Dat Petrus en Paulus belangrijk waren voor de eerste volgelingen van Jezus is minstens een understatement. Petrus wordt in de synoptische evangeliën, de handelingen en in het laatste hoofdstuk van het evangelie van Johannes erg op de voorgrond geplaatst en gepresenteerd als leider van de eerste twaalf apostelen. Paulus wordt als belangrijkste vroege verspreider van het christendom naar voren geschoven in de handelingen en is als schrijver van zijn brieven de eerste echte christelijke theoloog. Uit vroegchristelijke bronnen blijkt dat er een wijdverbreide traditie bestond in de oude kerk dat beide apostelen gedood werden door de Romeinse machthebbers in de stad Rome als onderdeel van de christenvervolging door keizer Nero rond het jaar 64. Hoewel deze connectie tussen beide apostelen en de stad Rome door verschillende historici tegenwoordig in twijfel wordt getrokken, heeft archeologisch onderzoek in de kerken die traditioneel als begraafplaatsen van beide apostelen worden aangeduid, de Sint-Pieterskerk en de Paulus-buiten-de-muren kerk, graven gevonden met daarin de resten van mannen die de apostelen zouden kunnen zijn en ook zo door de vroege kerk werden geïdentificeerd.
Hoe dan ook is het hoogfeest van Petrus en Paulus ontstaan in de geloofsgemeenschappen van de stad Rome in de eerste eeuwen van het christendom en geldt het nog steeds als patroonsfeest van de kerk. Het werd geleidelijk overgenomen door de andere christelijke gemeenschappen zodat het tegenwoordig door de meeste christenen gevierd wordt. Doordat de katholieke kerk zich rond de bisschop van Rome heeft georiënteerd is voor deze kerkgemeenschap het hoogfeest meer dan alleen een herdenking van beide apostelen.
Na eeuwen waarin de kerk steeds meer centraal georganiseerd werd is na het Tweede Vaticaans Concilie het zwaartepunt van het geloofsleven opnieuw bij de lokale kerk komen te liggen. Hierdoor kunnen lokale gemeenschappen meer eigen accenten leggen en een eigen kleur geven aan hun geloofsbeleving. Het hoogfeest van Petrus en Paulus herinnert hierbij aan het universele karakter van de rooms-katholieke kerk. Het wordt zo een viering dat het geheel van de kerk nog groter is dan de som van haar delen, een festival van verbondenheid, een familiefeest van eenheid in verscheidenheid.