Internationale Dag van de Vluchteling

Neem de oorzaak weg in plaats van dweilen met de kraan open

Vandaag, 20 juni, is het Wereldvluchtelingendag. Deze dag wordt sinds 2001 gehouden door de Verenigde Naties. Op deze dag worden overheden extra aangesproken op hun maatregelingen ten aanzien van vluchtelingen. Broeder Hans-Peter Bartels schreef een opiniebijdrage waarin hij een franciscaans licht laat schijnen op de situatie van vluchtelingen en het beleid van overheden.

Vergeet de gastvrijheid niet

Op het Sint Pietersplein liet paus Franciscus in 2019 dit kunstwerk plaatsen, ter ere van de bootvluchtelingen. Het bronzen kunstwerk, dat een boot met 150 vluchtelingen voorstelt, is gemaakt door de Canadese Timothy Schmalz. Het is getiteld Angels Unaware – Hebrews 13:2, verwijzend naar het Bijbelvers uit de Brief aan de Hebreeën: “En vergeet de gastvrijheid niet; door haar hebben sommigen zonder het te weten engelen onthaald.” God, wiens zoon zelf een vluchteling was, is zelf aanwezig op zo’n vluchtelingenboot (de boven de mensen uitstekende engelenvleugels getuigen ervan). Laten we de boot niet toe in Europa, dan weigeren we ook God en zijn engelen, lijken Schmalz en de paus te willen zeggen.

Het bekendste werk van Schmalz is Homeless Jesus uit 2013.

Paus Franciscus: Iedereen zou vrij moeten zijn om zelf te kiezen of men wil blijven of migreren

Vluchtelingencrisis of  opvangcrisis?
Vluchtelingen vormen één van de hete hangijzers in de politiek. Er wordt gesproken over een crisis. Voor mij is er eerder spraken van een vluchtelingenopvangcrisis. En die is niet veroorzaakt door de vluchtelingen, maar door de opeenvolgende kabinetten die vonden dat ze moesten besparen op én vluchtelingenopvang én – daar kom ik zo op terug – ontwikkelingshulp. Een typisch ‘rechts’ beleid waar ‘de kiezer’ nu juist om vraagt.

In het kader van Wereldvluchtelingendag wil ik een franciscaans licht op het thema ‘vluchtelingen’ laten schijnen. Wat dit thema betreft, lijkt het erop dat we de laatste jaren twee dingen zijn vergeten. In de eerste plaats zijn vluchtelingen gewoon mensen, zoals jij en ik, en geen dingen, nummers of monsters. Ten tweede is ‘vluchten’ geen nieuw thema, maar van alle tijden.

Dankzij vluchtelingen kon Jezus ons de verlossing brengen
Al in Bijbelse tijden werd er heel wat afgevlucht. Bijvoorbeeld Aartsvader Jakob en zijn zonen die naar Egypte vluchten voor de hongersnood in eigen land om vervolgens als volk twee eeuwen later Egypte weer te ontvluchten vanwege de slavernij. Of neem het verhaal over Naomi en Elimelech die met hun zonen Bethlehem ontvluchten eveneens voor hongersnood. Naomi zal terugkeren met haar buitenlandse schoondochter Ruth, die de stammoeder van koning David zal worden. Ook een verre nazaat van die koning David moest vluchten: Jozef uit Nazareth, samen met zijn verloofde Maria en het Kind Jezus. Zij vluchtten voor een wrede, jaloerse koning die bereid was baby’s en peuters te laten vermoorden om zijn macht te behouden. Pas na diens dood konden zij veilig terugkeren.

De vlucht naar Egypte (Rembrandt).

Wellicht valt het op dat in elk van deze vluchtverhalen een positieve wending plaatsvindt. Had een van deze vluchtpogingen mislukt, dan kun je je oprecht afvragen of Jezus wel geboren was. Dankzij vluchtelingen kon Jezus ons de verlossing brengen. Had immers Benjamin, de jongste zoon van Jacob, de vlucht naar Egypte niet overleefd, dan was de stam Benjamin nooit ontstaan, niet uit Egypte bevrijd en had hij nooit een veertigjarige tocht door de woestijn doorstaan. Naomi. Elimelech en hun zonen waren dan nooit geboren en Ruth was gewoon in Moab gebleven. Koning David en Jozef van Nazareth zouden niet geboren zijn. De vlucht van de heilige Familie naar Egypte zou mislukt zijn en koning Herodes had het Kind kunnen vermoorden. Ook dan was onze verlossing nooit gekomen. God heeft zich altijd verbonden gevoeld met vluchtelingen en ons lot aan hen verbonden.

We zijn allemaal ‘pelgrims en vreemdelingen’
In latere tijden was dat niet anders. Ikzelf was er niet geweest als in de 17de-eeuw twee broers genaamd Pirovano niet de noodzaak hadden gevoeld hun geboortestad Milaan te verlaten. Evenmin had ik bestaan als in de 19e-eeuw een man genaamd ‘Bartels’ niet vanuit Duitsland de grens met Nederland had overgestoken. In de vorige eeuwen hebben vele, vele Nederlanders eveneens grenzen gepasseerd. Ze vertrokken naar de Verenigde Staten, Canada, Australië of Nieuw-Zeeland in de hoop daar een bestaan op te bouwen. Een bestaan waarop hier in Nederland rond 1900 of direct naar de Tweede Wereldoorlog geen uitzicht was. Zo ging een oom van mijn vader naar Nieuw-Zeeland en een tante van mijn moeder naar de Verenigde Staten.

Ook vandaag de dag gaat het om allemaal mensen met individuele verhalen. Maar grofweg met dezelfde start: een moment van jezelf zó ellendig voelen, van zo weinig toekomstperspectief meer zien op de plek waar je bent, dat je besluit jezelf op te pakken met alles wat je dragen kunt, je voordeur – als je die nog hebt – achter je dicht te trekken, niet meer om te kijken en te gaan. Stel je eens voor dat jezelf op zo’n punt zou staan? Voordeur dicht en enkel met de kleren die je aanhebt, lopen, lopen, lopen en dan in gammele bootjes het water over en dan weer – nog altijd platzak – lopen, lopen, lopen. Als je de reis al overleefd.

Wij allen zijn voorbijgangers op aarde.

De aarde is van niemand privé
In de Bijbel worden gelovigen als ‘pelgrims en vreemdelingen in deze wereld’ beschouwd (vgl. Hebr. 11:8) een term die Franciscus van Assisi overneemt voor specifiek zijn broeders. Wij zijn voorbijgangers. Maximaal een eeuw komen wij voorbij op deze aarde. De aarde die al tienduizenden jaren bestaat en nog zal bestaan. Als we nu onszelf en alle mensen eens als vluchteling zouden beschouwen?

Het doet mij ook denken aan het native-Amerikaanse opperhoofd Seattle die een prachtig pleidooi hield waarom hij het land niet kón verkopen aan de Europese kolonialisten zoals zij wensten. Kort gezegd: dat kón hij niet omdat de grond, de aarde, niet van hem privé was. De aarde is van ons allemaal. Wie zijn wij dat wij een stukje daarvan denken te kunnen claimen voor onszelf?

Als de aarde al van iemand is, dan is zij toch wel van God. Het is het grootste cadeau dat de Ene zijn kinderen ooit heeft gedaan. Ál zijn kinderen. Al deze kinderen delen één moeder aarde. Het is een geloofskernpunt dat wij christenen delen met joden, moslims en met de hindoes, die de Schepper van de aarde Brahman noemen.

Een gelijkwaardig schepsel
Voor mij is het moeilijk te rijmen dat iemand zich oprecht christen (of jood, moslim, hindoe) noemt, fel te keer gaat tegen ‘anderen’ die in ‘jouw’ land wonen of er willen gaan wonen. Ik heb jonge devote Nederlandse katholieken horen roepen dat alle vluchtelingen in de oceanen moeten worden gegooid. Wie heeft hen als rechter aangesteld over die ander? (vgl. Lucas 12:14) Wie bepaalt dat jij wel bestaansrecht hebt en die ander, een gelijkwaardig schepsel van God, niet? Waarom dan een doodswens? Dit soort uitspraken over vluchtelingen passen voor mij niet binnen het christendom. Kern daarvan is toch dat God liefde is, en wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem of haar (vgl. 1 joh, 4:16b). Wie mensen de dood injaagt, doet dat niet uit liefde, niet in verbinding met God.

Ik wens en bid dat steeds meer mensen gaan inzien dat we allemaal, niemand uitgezonderd, Gods schepsel en daarmee zusters en broeders van elkaar zijn. Of je wieg nu in Kenya, Guatemala, Suriname, Canada, Bangladesh, Iran, Israël, Palestina, Rusland, Oekraïne, China, Japan, India, Australië, Italië, Argentinië, Oeganda, Belarus, Zuid-Afrika, Luxemburg, België, Nederland of één van de circa andere 175 landen van de wereld stond.

Problemen veroorzaken
De beroemde gulden regel ‘wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’ komt niet voor niets terug in elke religie of filosofie. Degene die zich daar willens en wetens tegen verzet, waar dan ook en tegen wie dan ook, heeft weinig begrepen van zijn of haar eigen religie of levenswijsheid. Ik ga er namelijk vanuit dat deze persoon zelf ook niet, bijvoorbeeld, in de oceaan gegooid wil worden.

Dat wil niet zeggen dat ik – juist met deze gulden regel in gedachten – mijn ogen sluit voor de problemen die sommige vluchtelingen veroorzaken. Een vlucht kan voor trauma’s zorgen, maar zelfs dat geeft vluchtelingen niet het recht om rotzooi te trappen, conducteurs of hulpverleners te mishandelen, te stelen, enzovoorts. Net zomin als dat iemand anders dat recht heeft. Immers je buur (in het AZC of daarbuiten), die conducteur of verpleegster, die winkelier, enzovoorts is óók jouw zuster of broeder, een kind van God. Zij, wij, hebben allemaal hetzelfde recht op respect, net als ieder ander.

Ik ben natuurlijk ook niet naïef. Zeker zijn er grenzen. Wij leven met miljoenen mensen op dat hele kleine stukje aarde. De onrust die er leeft, over dat ons land (te) ‘vol’ is, komt niet uit de lucht vallen. Zeker, van ongebreidelde bevolkingsgroei kan geen sprake zijn. En daar zie ik de échte oplossing voor de vluchtelingenproblematiek opdoemen. Het is van wezenlijk belang de noodzaak tot vluchten te beperken. Hoe dat kan? Daarvoor vinden wij aanwijzingen bij onze paus Franciscus en onze koningin Máxima. Toevallig zijn zij allebei nazaten van migranten én zelf niet meer woonachtig in hun geboorteland.

Vorig jaar riep de paus ter gelegenheid van Wereldvluchtelingendag op iedereen de vrijheid te geven zelf te kiezen of ze willen blijven of willen migreren (zie: Paus: iedereen moet vrij kunnen kiezen voor blijven of migreren | KRO-NCRV). Dat onderschrijf ik van harte. Niemand moet gedwongen worden tot iets: noch tot blijven in hun geboorteland, noch daaruit te vertrekken.

Neem de oorzaak weg, in plaats van dweilen met de kraan open of hoge dijken bouwen
Het is dus zaak dat wij er in het rijke Westen eindelijk voor zorgen dat onze rijkdommen eerlijker verdeeld worden over de aarde, dat we klimaatverandering een halt toeroepen, dat oorlogen niet in stand blijven door enorme wapenproductie, of dat we landbouwvelden in Afrika niet gebruiken voor de productie van rozen in plaats van voedsel voor de lokale bevolking. Met die inzet kunnen we zoveel als mogelijk proberen iedereen op de plek waar haar of zijn wieg stond te helpen een veilig en goed bestaan op bouwen, zonder verjaagd te worden door een te kort aan voedsel, een te veel aan water, door geweld of om andere redenen.

Wie wanhopig is, houd je niet tegen met beperkende maatregelen.

Dat is de enige manier om het aantal vluchtelingen te beperken. Alle andere maatregelen zijn namelijk dweilen met de kraan open. Of je bouwt zulke hoge ‘dijken’ dat de vluchtelingen samen met de bewoners aan de andere kant van die dijk (de landen rondom Europa) verdrinken in het probleem. Dat helpt niet. Als iemand al zo wanhopig is, dat hij of zij in een gammel bootje de Middellandse zee oversteekt, dan zullen weinig beperkende maatregelen hem of haar nog tegenhouden.

Kortom we moeten de oorzaak van de massale vluchtelingenstroom moeten stoppen, niet blijven dweilen met de kraan open. Het is daarom een vreemd besluit om met de ‘migratiestop’ óók te bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. Juist door mensen in Afrika of Azië te helpen een goed bestaan op te bouwen, help je te voorkomen dat ze moeten vluchten. De Oosterse wijsgeer Lao Tse zei terecht: “Geef een mens een vis, en je voedt hem een dag lang. Leer een mens vissen en je voedt hem een leven lang.” Franciscus van Assisi en Franciscus van Rome zullen dat zeker van harte met Lao Tse eens zijn.

Een prachtig voorbeeld van ‘de kraan dichtdraaien’ door oorzaken weg te nemen, is het werk dat onze koningin Máxima rond microkredieten doet. Heel concreet iemand een startkapitaaltje geven zodat ze een bestaan kunnen opbouwen. Wie zijn leven op de rit krijgt en weet te houden, zal niet gauw denken aan vluchten. Daarom lijkt mij het meest franciscaanse antwoord op het vluchtelingenvraagstuk: de bereidheid om meer te delen van onze overvloed en wel zo dat mensen in arme landen er duurzaam mee geholpen zijn. Zo komt Gods paradijs op aarde telkens een stapje dichterbij.

Hans-Peter Bartels ofm

Gerelateerde nieuwsberichten