Yuliia Kozak (links) en Sofiia Stetsiuk uit Oekraïne volgen de masteropleiding Christianity and Society aan Tilburg University en wonen in stadsklooster San Damiano.
Oekraïense studentes in Bossche Stadsklooster
“We willen graag iets teruggeven aan Oekraïne”
Yuliia Kozak (27) en Sofiia Stetsiuk (24) komen uit Oekraïne en volgen dit studiejaar de masteropleiding Christianity and Society aan Tilburg University. De studie behelst de invloed van het christendom op de politiek, de economie, het rechtssysteem en andere wereldreligies – en de plaats die het christendom inneemt in het publieke domein. De beide studenten wonen dit jaar in de communiteit van Stadsklooster San Damiano in Den Bosch. Hoe is het voor hen om in Nederland te studeren en te leven?
Sofiia Stetsiuk (links) en Yuliia Kozak.
“Het is hier net een sprookje!”
Yuliia en Sofiia studeerden beiden al in Oekraïne. Yuliia rondde in 2019 de studie Internationaal Toerisme en Internationale Economie af. Ze werkte eerst enige tijd in de toeristische sector en daarna op het Oekraïens Baptistisch Theologisch Seminarie. Dat is ook de aanleiding voor haar om hier de studie te volgen. Sofiia heeft haar bachelor gehaald in politieke wetenschappen en studeerde twee jaar geleden af aan de Oekraïense Katholieke Universiteit. Aan het Oekraïens Baptistisch Theologisch Seminarie studeerde ze nog baptistische theologie. Ze werkte daarna als tekstschrijver. Beide studenten leerden elkaar pas kennen toen zij hier in Nederland dezelfde studie gingen volgen.
Hoe kwamen jullie op het idee voor deze studie?
Yuliia: “Een collega op het Oekraïens Baptistisch Theologisch Seminarie vertelde dat er een kans was op een beurs voor de studie Christianity and Society in Nederland. Die beurs kwam van het fonds ‘Vrouwen van Bethanië’ en was speciaal bedoeld voor Oekraïense vrouwen met interesse voor die studie. Ik wilde eigenlijk aan de Katholieke Universiteit in Oekraïne studeren.”
Sofiia: “Ik wilde eigenlijk mijn master voltooien in Oekraïne, hoewel ik nog niet wist wanneer en op welk terrein. Toen kwam dit langs, een perfecte kans.”
Was de oorlog ook een reden dat jullie voor deze studie kozen?
Yuliia: “Niet direct, ook zonder oorlog zou ik dit wel zijn gaan studeren.”
Sofiia: “De oorlog is voor mij wel een soort katalysator geweest. Christianity and Society is nu wel een erg interessant studiegebied. En ik had ook interesse in theologie en sociale studies omdat ik al een achtergrond heb van politieke studies – die interesse had ik hiervoor al.”
Op de vraag of ze al wat Nederlands spreken beginnen ze te lachen: “Een paar woorden: dank je wel, alsjeblieft, fijne dag.”
Hoe komt het dat jullie hier in het Stadsklooster wonen?
Ze vertellen dat het heel verrassend is dat ze hier terechtkwamen. “We waren nog aan het kijken waar we konden verblijven, toen onze contactpersoon van de theologiefaculteit in Tilburg erover vertelde. Zij kende dit klooster en zei dat we hier misschien wel konden wonen als we dat zouden willen. Dat wilden we natuurlijk wel! Het is hier echt perfect voor ons. Dit hadden we zelf niet kunnen bedenken. Alles hier is fijn: onze kamer, het eten, de plek. We eten met de broeders en zusters samen; het is echt een communiteit en iedereen is heel aardig en vriendelijk. We zijn heel blij dat dit zo kan. De locatie is ook prachtig, middenin de stad! We kenden Den Bosch niet. Dat we hier zo mogen zijn is een godswonder, een groot geschenk. We zijn hier heel erg dankbaar voor. Het is echt een grote zegen.” Sofiia vertelt dat ze meededen aan een onderzoek van een studentenorganisatie naar eenzaamheid. Uit de statistieken blijkt dat 62% van alle studenten in Tilburg zich eenzaam voelt. “Yuliia en ik konden allebei eerlijk antwoorden dat we ons niet eenzaam voelen hier.” Yuliia vult aan dat de communiteit hen zo goed met alles helpt en dat ze Den Bosch zo’n prachtige stad vinden, met mooie huizen. “We zijn echt heel blij dat we hier mogen verblijven. Het is hier net een sprookje!”
Weten jullie al wat je na dit studiejaar gaat doen?
Sofiia: “We weten het niet precies, maar we willen met onze kennis natuurlijk iets gaan doen in Oekraïne. Misschien kan ik gaan samenwerken met het Baptistisch Seminarie of andere instituties die zich met sociale ontwikkeling willen bezighouden. De omstandigheden in Oekraïne zijn nu zo dat dat echt noodzakelijk is. Dus we denken dat er kansen genoeg zijn voor ons daar.”
Yuliia: “De kerk in elk land, ongeacht de omstandigheden, moet wat ons betreft een actieve participant zijn in het maatschappelijke leven. Meestal kunnen kerken echt werken aan de verbetering van de levensomstandigheden van mensen: de armen helpen, kinderen en jonge mensen onderwijs geven, deelnemen aan het maatschappelijk leven, misschien zelfs van alles veranderen op politiek vlak. In Oekraïne is het nu al ruim twee jaar oorlog en we staan voor veel nieuwe uitdagingen. Heel veel mensen lijden echt. De kerk moet opstaan en echt iets doen, meer dan ze hiervoor deed.”
Sofiia: “De kerken in Oekraïne hebben wel al veel gedaan, en deze omstandigheden laten zien dat ze actief kunnen zijn en effectief, heel behulpzaam. Aan het begin van de oorlog waren het vooral kerken die mensen onderdak gegeven hebben. Er waren veel vrijwilligers vanuit de kerken die hun leven riskeerden door naar de frontlinies te gaan. Het zijn geen fijne omstandigheden, maar wij denken dat we door moeten gaan in deze richting van samenwerking. Niet alleen om basale noden van mensen te lenigen, maar ook om bij te dragen aan het proces van transformatie van de samenleving in Oekraïne. Dat was voor de oorlog al zo, en nu zelfs nog meer. Nu we hier in Nederland zijn, zien we echt het verschil, ook op het niveau van instituties. Er moeten veel dingen gaan veranderen in Oekraïne. Nu er veel vernietigd is door de oorlog is dat helemaal nodig. De kerk kan echt helpen de juiste richting en houding te tonen. Het is een kans om sociale stabiliteit te vestigen. Deze periode zal duidelijk laten zien wie wie is in ons land. Dus het is belangrijk om nu actief te zijn en wijs te handelen.”
Yuliia: “We moeten als de oorlog over is een gezonde samenleving opbouwen, met een goede moraal. Er is echt heel veel werk te doen.”
Tot welke kerk behoren jullie?
Yuliia: “We zijn beiden christen, maar we komen van verschillende kerken. Mijn oorspronkelijke achtergrond is de Oekraïens-orthodoxe kerk. Maar ik werkte dus voor het Baptistisch Seminarie. De baptisten zijn een evangelische kerk. Ik zat eigenlijk helemaal niet in een katholieke omgeving, maar nu zitten we hier wel in een rooms-katholieke omgeving.”
Sofiia: “Ik kom uit en behoor tot de Pinksterkerk. Maar gedurende mijn bachelorjaren raakte ik bekend met de Grieks-katholieke en baptistische tradities, vanwege mijn studies aan de Oekraïense Katholieke Universiteit en het Baptistisch Seminarie.
Yuliia: “We bezoeken ook vaak de katholieke kerk hier in Den Bosch en in Tilburg. De meeste van onze klasgenoten zijn katholiek en die nodigen ons ook uit voor hún kerk. Het is dus geen probleem.“
Ze vertellen dat de andere studenten uit hun jaargroep uit verschillende landen komen. Naast de twee Nederlandse studenten in de kleine maar internationale groep van acht, komen de studenten uit China, Nigeria, Canada, België en Oekraïne dus.
Jullie gaan in de zomer terug naar Oekraïne. Denken jullie dat je daar nu al goed werk kunt verrichten?
Sofiia: “Onze familie en vrienden zitten natuurlijk nog in Oekraïne. Mijn man is daar. Het is verschrikkelijk, maar we geloven dat sommige mensen Oekraïne van buitenaf kunnen helpen en andere mensen zullen van binnenuit moeten helpen iets te veranderen.”
Yuliia: “Eerst gaan we vechten voor de overwinning. Je weet het natuurlijk nooit honderd procent zeker want er zijn veel verschillende factoren die een rol spelen, maar op dit moment zijn we van plan om terug te keren. Het is inderdaad niet makkelijk om onder oorlogsomstandigheden te leven. Maar ik woon in het westelijk deel van Oekraïne, niet in het oosten. Het kan moeilijk zijn, maar het is niet voortdurend lijden, zoals mensen het zich misschien voorstellen. Het hangt af van de regio waar je woont. Het is overal gevaarlijk omdat er overal raketten en bommen kunnen vallen, zowel in het westen als in het oosten, zelfs al is ons land groot. Het niveau van gevaar is verschillend: dichterbij de frontlinie loop je natuurlijk meer risico. Toch gaan de mensen door met hun leven en met werken.”
Sofiia: “Mensen raken er helaas niet aan gewend, maar ze passen zich aan aan de oorlog en alle verschrikkelijke omstandigheden. Ze hebben in Oekraïne hun huis, hun familie. Dat willen ze niet allemaal verliezen. Veel mensen willen in Oekraïne blijven wonen.”
Yuliia en Sofiia vertellen dat er mensen vertrokken zijn uit het land, maar dat er ook nog heel veel zijn gebleven. Ze weten niet wanneer er een eind aan komt en hoeveel mensen er nog zullen vertrekken, maar ze hopen dat mensen terug zullen gaan; tenminste toch een gedeelte van die mensen, als de oorlog afgelopen is. “Om dit kwaad te bestrijden moeten we echt samen zijn, in het land, en ervoor werken, zelfs als het moeilijk is. Want velen geven hun leven voor ons. Dat is de grootste prijs die je kunt betalen. Dat is waarom we terug willen. We hopen echt dat het zo snel mogelijk ophoudt.”
Zijn het vooral hoger opgeleide mensen die het land verlaten hebben?
Sofiia: “Ook, maar er zijn verschillende redenen waarom mensen weggaan uit Oekraïne. Sommigen vanwege hun familie, sommigen omdat ze werk vonden in het buitenland, maar er zijn ook hoger opgeleiden en jongeren die vertrokken zijn vanwege hun studie of opleiding. Een enorm potentieel gaat zo verloren. Dat is ook waarom we echt hopen dat ze terugkeren.”
“De kerken in Oekraïne hebben laten zien dat ze actief kunnen zijn. Aan het begin van de oorlog boden vooral zij mensen onderdak”
Sofiia Stetsiuk (links) en Yuliia Kozak.