De Sint-Valentijn van Valentijnsdag
De heilige achter de feestdag
De vrolijke Valentijnsdag mag dit jaar wat soberder, want ze valt samen met Aswoensdag. Dat is een mooie aanleiding om stil te staan bij de sint die zijn naam leende aan het eerder frivole feest van Sint Valentijn.
Bisschop Valentinus van Terni
In de 4de eeuw laat paus Julius I een basiliek bouwen aan de Via Flaminia op het graf van martelaar Valentijn die ter dood was gebracht door keizer Claudius II Gothicus, die regeerde van september 268 tot januari 270. Uit opgravingen bleek dat de martelaar begraven was in een aarden kuil naast een catacomben-complex dat nu naar Valentijn genoemd is (Catacomba di San Valentino).
Over deze Valentijn is bijna niets met zekerheid te zeggen. Erger, er bestaan twee legendencyclussen die allebei beweren het leven te verhalen van onze martelaar. Zo zijn er legenden rond de figuur van bisschop Valentinus van Terni bij Rome, martelaar op 14 februari, en rond de figuur van priester Valentinus van Rome die op dezelfde dag zou gestorven zijn. De legenden over beiden zijn uitgebreid en lopen soms ook door elkaar.
Er zijn drie hypothesen over dit dilemma: 1. Zowel de bisschop als de priester waren historische personen. Onder de ruïnes van de basiliek ligt priester Valentinus begraven die op 14 februari stierf. De bisschop zou dan op een andere datum gestorven zijn en in Terni begraven. 2. De franciscaan met de toepasselijke naam Agostino Amore ofm meende in de jaren 60 dat priester Valentinus van Rome fictief was en dat de oude basiliek niet naar een martelaar, maar naar een geldschieter genoemd zou zijn die later als heilige beschouwd zou zijn. De naam van de basiliek zou dan de origine geweest zijn van de legenden rond priester Valentinus. Bisschop Valentinus zou de echte martelaar geweest zijn, gestorven op 14 februari en begraven in Terni. 3. In de laatste jaren is er het nieuwe idee ontstaan, dat ruime aanhang heeft, dat beide figuren teruggaan op een historische priester Valentinus van Terni die in Rome gemarteld en begraven zou zijn. In zijn thuisstad zou deze postuum verheven zijn tot bisschop in de herinnering van de mensen.
Er zijn trouwens nog een aantal andere heiligen met de naam Valentinus die echter niets met 14 februari te maken hebben.
Als oorsprong van Valentijnsdag als liefdesfeest worden vaak de Lupercalia-vruchtbaarheidsfeesten uit het antieke Rome aangevoerd. Deze blijkbaar nogal wilde festiviteiten werden rond het jaar 495 door paus Gelasius verboden. Van deze paus wordt beweerd dat hij de feestdag van Sint-Valentijn instelde op 14 februari als compensatie van de Lupercalia. Niet alleen is hiervoor geen bewijs, er lijkt geen enkele link tussen Gelasius en Valentijn en tussen romantiek/vruchtbaarheidsfeesten en Valentijn te bestaan. Pas tijdens de late middeleeuwen, zo blijkt uit literatuur, is de Valentijnsdag de feestdag van hoofse of romantische liefde geworden. Waarom voor de feestdag voor een praktisch onbekende martelaar werd gekozen is onbekend. Om een en ander beter te doen passen werden er een aantal legendes verzonnen om de legende van Valentijn romantischer te maken. Zo zou Claudius II zijn legionairs verboden hebben om te trouwen en zou priester Valentijn in het geheim overgegaan zijn om hen met hun geliefden te huwen. Zo was meteen een reden voor het martelaarschap van Valentijn gevonden. Vooral in Engeland sloeg de romantische Valentijnsdag aan en veel valentijnstradities zoals de valentijnskaartjes komen uit dit land. Haar huidige vorm, met veel bloemen en chocolade, bereikte het feest door het commerciële genie van het negentiende-eeuwse Verenigde Staten.
Steven Cauchie