Broederlijk bezoek aan Braziliaanse dochterprovincies
Ook op het Latijns-Amerikaanse continent kent de broederschap interprovinciale en internationale samenwerking
Van 31 mei tot 5 juni 2023 brachten minister-provinciaal Theo van Adrichem en broeder Gerard van Buul een broederlijk bezoek aan de dochterprovincies in Brazilië. Zij werden daar in beide provincies zeer goed ontvangen en hebben tal van broeders ontmoet in een hele reeks communiteiten. Een verslag door Theo van Adrichem.
Bij de communiteit in Porto Alegre.
Graf van de laatst overleden Nederlandse broeder in de Zuid-Provincie.
“Het werk van de broeders onder de jeugd uit arme wijken wordt zeer gewaardeerd en ondersteund door de stedelijke autoriteiten”
Tijdens onze Braziliëreis sprak ik in beide provincies met de provinciaals en ruime delegaties van de besturen. Zo’n bezoek draagt bij aan het onderhouden van langer bestaande contacten en aan het stimuleren van de voortgang daarvan met de jongere generatie broeders.
Dochterprovincie
Na een lange reisdag arriveerden Gerard en ik in de zeer vroege morgen van woensdag 31 mei bij de broeders in Porto Alegre, de provincie van Franciscus van Assisi in het Zuiden van Brazilië, in de staat Rio Grande do Sul. Tijdens het klasje voor nieuwe provinciaals in januari 2020 op het generalaat in Rome had ik provinciaal Marino Rhoden ontmoet en hij had mij bezworen om bij een broederlijk bezoek aan Brazilië ook de zuidelijke provincie te bezoeken. Zij zien zichzelf als een dochterprovincie en niet als een kleindochter, zoals vaker gezegd wordt: de ene aanwezigheid in Brazilië is opgesplitst in twee eenheden. Door COVID-19 is het bezoek enkele keren uitgesteld, maar nu kon het dan toch doorgang vinden.
De provincie van Sao Francisco de Assis bestaat uit 75 broeders. Daarvan zijn er 6 onder de 40 en bijna 30 tussen de 40 en de 60 jaar oud. Er is veel vitaliteit. Tegelijkertijd kent het Zuiden van Brazilië een toenemende secularisatie, die zich vertaalt in een afname van religiositeit en kerkelijkheid.
Een aantal broeders is werkzaam in parochies in steden of ook in een meer landelijke omgeving, waar ze vanuit communiteiten het pastoraat in een aantal parochies verzorgen. Op meerdere plekken hebben we met eigen ogen gezien hoe medebroeders zelf actief zijn in de armenzorg, door middel van praktische medewerking aan een maaltijdvoorziening – met een lepel roerend in een grote pan – en aan het organiseren van voedselpakketten.
Porto Alegre is een miljoenenstad met een dynamisch centrum vol grote en imposante gebouwen en grote Avenidas met in de spitsuren onnoemelijk veel verkeer. Een echte metropool. Maar in een aantal buitenwijken van de stad, vaak op hellingen van heuvels, zijn de arme wijken, waar drugshandel welig tiert.
In die omgeving zijn twee communiteiten, waarvan de broeders meewerken aan een groot project voor de opvang en begeleiding van vooral jeugd. Zij worden met busjes opgehaald en vervoerd naar een centrum voor onderwijs en voor verdere begeleiding door specifieke deskundigen. In dat centrum zijn ook voorzieningen voor sport en voor cultuur, zoals de mogelijkheid van het spelen van een muziekinstrument. Er is zelfs een orkest dat is samengesteld uit jeugd, die in de favella’s woont. Op de eerste avond van ons bezoek kregen we dat al te horen.
De broeders namen ons mee naar een groot cultureel centrum in de stad, waar dit jeugdorkest meewerkte aan een grote show vol Afrikaanse muziek, zang en dans. Meerdere bekende zangers en dansers verleenden hun medewerking aan deze spectaculaire show met verschillende uitingen van de Afrikaanse cultuur. Het werk van de medebroeders onder de jeugd van deze arme wijken wordt zeer gewaardeerd en ondersteund door de stedelijke autoriteiten. Met hun werk proberen zij om deze jeugd uit de handen van de criminaliteit te houden en te begeleiden naar een betere toekomst.
Daltro Filho
Een andere plek waar de broeders een bijzondere aanwezigheid hebben is Daltro Filho. Het is een klooster in een landelijke omgeving, ooit gebouwd onder leiding van Nederlandse medebroeders. Op deze plek is een tijd lang het noviciaat geweest. Nu is het een huis voor ontvangst van groepen. Provinciekapittels vinden er plaats, maar ook retraites en andere samenkomsten van religieuze, kerkelijke en niet kerkelijke groepen. Ook groepen uit de buurt die minder vermogend zijn, kunnen er terecht. Vanwege de culturele waarde van het gebouw is er ondersteuning voor herstel van de kant van de overheid. Maar voor interne aanpassingen is men aangewezen op eigen middelen of steun van elders!
In deze communiteit wonen meerdere vitale oudere broeders, die in en om het huis meewerken: in de keuken, bij de afwas, bij het onthaal van gasten, in de tuin. Dat is aangenaam voor hen zelf en het drukt ook de kosten.
Opvallend vond ik trouwens, dat in meerdere communiteiten interne en huishoudelijke taken door medebroeders werden uitgevoerd. Op het provincialaat verzorgen broeders in het weekend zelf de maaltijden. Het is er dan een gezellige boel in de keuken.
Meeleefervaring
Er wordt flink ingezet op verdere vorming en toerusting van broeders, vanuit de gedachte dat die ten goede zal komen aan de kwaliteit van hun inzet, ook al sluit die inzet niet altijd precies aan bij de genoten vorming en opleiding.
Voor Gerard en mij was deze provincie in het zuiden van Brazilië nauwelijks of niet bekend maar bij broeders daar leeft de historische band voort. Ons bezoek heeft aan die relatie een boost gegeven. Dat is ook uitgesproken in een afsluitende ontmoeting met verschillende leden van het bestuur. In dat gesprek presenteerde ik een voorstel voor broeders in opleiding in onze dochterprovincies voor een meeleef-ervaring van drie maanden in onze provincie. Zij vinden het een interessant voorstel en zullen er verder naar kijken.
Santa Cruz
Na een vlucht van ruim twee uur komen we op zondagavond 4 juni aan in Belo Horizonte. Verplaatsingen over grotere afstanden gaan in dit enorme land per bus of per vliegtuig. Een tussenweg is er niet. Er zijn hier en daar wel treinverbindingen, maar heel sporadisch en dan gaat het in de meeste gevallen om goederenvervoer.
De aankomst in de provincie van Santa Cruz heeft het karakter van thuiskomen. Zeker voor Gerard is het zeer vertrouwd, want hij maakte er ruim 40 jaar deel van uit. Zelf verbleef ik er 2 jaar, al is dat ondertussen ruim 30 jaar geleden.
Show vol Afrikaanse muziek, zang en dans met medewerking van een jeugdorkest, mede begeleid door franciscaanse broeders.
De zusters clarissen in Porto Alegre ontvangen ons zeer hartelijk maar gescheiden door een tralievenster, volgens de strenge observantie.
Broeder Hugo van Steekelenburg en Theo van Adrichem.
De communiteit Duns Scotus in Belo Horizonte.
De provincie Santa Cruz telt op dit moment 100 broeders. In de eerste week van ons bezoek is medebroeder Hugo van Steekelenburg (85 jaar!) onze gids en chauffeur. We maken lange dagen, waarin hij ons energiek en enthousiast naar allerlei gemeenschappen voert en ondertussen ook laten delen in mooie natuur en cultuur.
Uiteraard staat een bezoek aan de Nederlandse broeders, een zestal, op het programma. Ik neem ruim de tijd om hen persoonlijk te spreken. De zorg voor oudere broeders is goed georganiseerd op een tweetal plekken en met de nodige deskundige zorg omgeven: op het provincialaat in Belo Horizonte en in Divinópolis, een oud studiehuis met een grote parochiekerk ernaast.
In 2024 is het 100 jaar geleden dat minderbroeders naar Divinópolis zijn gekomen. Op weg naar dit jubileum worden er allerlei activiteiten georganiseerd. De dag dat we er waren, was er ’s avonds op de universiteit ter plekke een avond over ‘de minderbroeders en de tijd van de dictatuur.’ Twee jonge studentes presenteerden het resultaat van hun onderzoek in allerlei archieven. Daarbij hebben ze veel steun gekregen van medebroeder Leonardo Lucas Pereira, die heel lang aan de faculteit verbonden is geweest en ook nu nog als pensionado nauw verbonden blijft. Hij heeft een aandeel in het avondprogramma.
Vrijplaats
Tijdens de militaire dictatuur in de jaren 1964 – 1985 van de vorige eeuw was het klooster een vrijplaats voor bijeenkomsten van mensen, die zich verzetten tegen de dictatuur. Mensen uit heel verschillende kringen verzamelden zich in het klooster voor onderling overleg en voor het bespreken van strategieën. Ook waren er soms lezingen, die kritisch waren ten opzichte van het militaire regiem. Omdat niet alle broeders die gastvrijheid ondersteunden, moest de gardiaan met de nodige omzichtigheid handelen.
In Divinópolis ontmoeten we een medebroeder, die na een basisstudie filosofie en theologie nu aan een sociologische faculteit studeert en die later als lekenbroeder graag werkzaam wil zijn in de sociaal-maatschappelijke dienstverlening.
In de regio van Belo Horizonte zijn enkele huizen waar broeders wonen die studeren, overwegend aan de ISTA, een theologisch instituut van religieuzen, waar ook Gerard van Buul vele jaren heeft gedoceerd. Het voortbestaan van dit instituut staat wel onder druk, omdat het aantal religieuzen sterk afneemt, en daarmee ook het aantal studenten. En het aantal niet-religieuze studenten is zeer beperkt, omdat zij de middelen er vaak niet voor hebben én omdat het beroepsperspectief ook niet gunstig is.
We bezoeken enkele kleinere studentenhuizen in Belo Horizonte zelf, en een flink klooster dicht in de buurt, in Betim, waar de filosofiestudenten wonen. Daar doet ook een achttal studenten mee uit een tweetal custodieën elders in Brazilië. Met elkaar vormen zij een mooie groep van 13 studenten.
Roepingenbijeenkomst
De zondag dat wij dit klooster in Betim bezoeken, maken we de afsluitende viering mee van een roepingenbijeenkomst die in dat klooster plaatsvindt en enkele dagen eerder begonnen is. Twee keer per jaar zijn de broeders gewoon om een dergelijke bijeenkomst te organiseren voor geïnteresseerden uit de hele staat Minas Gerais. Deze roepingenbijeenkomst is opgezet samen met een gemeenschap van actieve clarissen. Voor de organiserende broeders en zusters is onze aanwezigheid een mooie aanleiding om verschillende keren, tijdens de viering en ook in de ontmoeting en maaltijd nadien, te verwijzen naar het missionaire aspect van ons leven.
Postulanten
We bezoeken het postulaat in São João del-Rei, waar vanaf januari een vijftal postulanten verblijven. Het is een mooie groep waarmee we een goede en aangename uitwisseling hebben.
Het volgende jaar zullen er echter geen postulanten zijn, omdat de twee aspiranten die afgelopen januari in Santos Dumont zijn begonnen, vertrokken zijn. Het is nog niet eerder voorgekomen dat er geen postulanten zijn.
Afgelopen januari 2023 zijn er vijf novicen begonnen met het noviciaat in Montes Claros. Dat is een mooi aantal. Graag hadden we hen bezocht en ook frei Basílio de Resende ontmoet, die vanaf 2001 een aantal jaren deel uitmaakte van de internationale missionaire gemeenschap van Chant d’Oiseaux in Brussel en waarmee we eertijds goede contacten hadden vanuit de vormingscommuniteit in Schaarbeek. Maar het noviciaat in Montes Claros, in het Noorden van Minas Gerais, is zo’n 500 kilometer verwijderd van Belo Horizonte. Aan de provinciaal, die daar naartoe zal gaan, geef ik wel een groet mee én een aantal polsbandjes met ‘Vrede en alle goeds.’
Ook in Brazilië gaan provincies de weg van samenwerking, met name in de initiële vorming en studie. In het noviciaat van de provincie Santa Cruz ontvangt men novicen vanuit een provincie in het Amazonegebied in het noorden. Aanvankelijk kwamen ook de novicen van de Zuidprovincie naar hen toe, maar die kiezen nu toch voor het noviciaat van de provincie van Sao Paolo, omdat zij zich meer verwant voelen qua cultuur. Ook een Argentijnse provincie doet daar mee. Zo zien we ook hier vormen van interprovinciale en internationale samenwerking, waar de broederschap in vele landen mee bezig is.
Jeugdopvang
De meeste broeders zijn werkzaam in parochies, bijzonder ook in het noorden van de provincie Minas Gerais, een zeer arme streek. In en vanuit de parochies wordt er het nodige diaconale werk gedaan en ondersteund. De provincie heeft eerder meerdere colleges gekend, maar nu rest nog het Santo Antóniocollege in het centrum van Belo Horizonte, waar verschillende medebroeders bij betrokken zijn.
Enkele jongere medebroeders zijn vanuit de provincie gevraagd om elk in deeltijd mee te werken aan de coördinatie en administratie van een vijftal huizen waar jongeren worden opgevangen die om een of andere reden geen thuis hebben: via justitie of maatschappelijke hulpverlening komen zij in deze huizen terecht. In 1989 is dit werk begonnen door medebroeder Mariano Gijsen in de vorm van opvang van straatkinderen. Tot op vandaag gaat dit werk door onder de naam ‘Irmão Sol’ – ‘Broeder Zon’.
In 2011 heeft de provincie van Santa Cruz mee de verantwoordelijkheid voor dit project op zich genomen. Ondertussen is er een flinke financiële ondersteuning van de zijde van de stad, met als consequentie dat ze aan veel voorwaarden moeten voldoen. Zo is er meer deskundige begeleiding bij de opvang betrokken. De drie broeders die het project nu begeleiden hebben om een gesprek met mij gevraagd en ze vertellen over het project en we bezoeken samen ook twee van de huizen voor begeleid wonen. Het bieden van een veilige en relationeel warme omgeving staat daar centraal. Overdag volgen de meesten onderwijs. De deskundige medewerkers proberen zoveel mogelijk de relatie met een of beide ouders te herstellen of te verbeteren en met de jeugd te werken aan een toekomst. In totaal worden er in de vijf huizen 130 kinderen opgevangen tussen de 7 en 18 jaar.
Gerard en ik bezoeken ook een crèche voor kinderen vanaf 4 maanden. Deze crèche ligt in een armere wijk vlakbij het provincialaat en de ernaast gelegen parochiekerk. Het project is langer geleden vanuit de parochie gestart door een medebroeder en in de loop der jaren steeds verder uitgebouwd door opeenvolgende pastores. Ook Gerard zelf heeft daaraan bijgedragen, in de jaren dat hij daar pastor was. Enkele medewerkers van het eerste uur zijn er nog altijd werkzaam én ze tonen nog een onverminderde passie voor hun werk. Prachtig om mee te maken.
Aanbod voor broeders in opleiding
De broederschap participeert in een landelijk initiatief voor Onderwijs en burgerschapsvorming van Afro-afstammelingen en kansarmen (EDUCAFRO). Voor deze doelgroep zijn er mogelijkheden voor bijzondere leer-ondersteuning en voor het verkrijgen van beurzen voor voortgezette studies.
Tijdens een van de eerste dagen in Belo Horizonte heb ik een gesprek met een deel van het provinciebestuur. Ze vragen me eerst iets te vertellen over de ontwikkelingen in onze provincie. Er ontstaat een aardige ontmoeting en van beide kanten willen we de relatie voortzetten. Evenals eerder in de Zuidprovincie presenteer ik het aanbod voor broeders in opleiding voor een ervaring van drie maanden in onze provincie. Dat aanbod vindt weerklank en het bestuur zal er verder over spreken. Provinciaal Hilton haakt daar later nog op in en zegt al concreet aan enkele broeders te denken, voor wie dat een geschikt aanbod kan zijn. Voorwaarde is wel dat de betreffende broeders Engels moeten kunnen spreken en dat is in Brazilië verre van vanzelfsprekend.
Onder de broeders die vanaf 1980 zijn ingetreden is er in beide provincies een aantal lekenbroeder, ongeveer één op de zes. In de zuidelijke provincie kun je aan de namen en gezichten zien dat er velen van hen afstammen van Duitse of Italiaanse families, die langer geleden naar Brazilië geëmigreerd zijn. In de provincie van Minas Gerais daarentegen herken je in de meeste namen en gezichten een overwegend Portugese-Afro-achtergrond.
Tijdens ons verblijf in Minas Gerais wordt ons heel wat keren door medebroeders en anderen gevraagd hoe het met frei Eduardo Metz gaat. Hij is ruim 40 jaar werkzaam geweest in Brazilië, waarvan vele jaren in de vorming. Nu woont hij in Wijchen/Alverna.
Na tweeëneenhalve week keer ik op 15 juni terug naar Nederland, vol indrukken en dankbaar voor de ontmoetingen met oude bekenden én ook een flink aantal nieuwe broeders. Gerard van Buul blijft dan nog enkele weken om een aantal bezoeken af te leggen.
Theo van Adrichem