Befaamd om zijn vurige preken

Antonius van Padua

In de serie Kunst in het klooster bespreekt broeder Fer van der Reijken telkens een kunstvoorwerp uit de kunstschatten die onze kloosters rijk zijn. Deze maand aandacht voor Antonius van Padua.

Beter iets moois te verliezen dan het nooit te hebben gehad

Antonius van Padua, geboren in Lissabon op 15 augustus 1195, heette oorspronkelijk Fernando Martins de Bulhões. Hij was afkomstig uit een rijke, adellijke familie.

Vurige preken

In 1210 (15 jaar oud!) sloot hij zich aan bij de Augustijnen en hij studeerde theologie in Coïmbra. Maar na gehoord te hebben over de marteldood van de eerste minderbroeders in Marokko – zij waren uit Coïmbra afkomstig – werd hij lid van de orde van de minderbroeders. Hij werkte in Noord-Afrika, Frankrijk en Italië en was befaamd om zijn vurige preken. Om die reden wordt in de basiliek in Padua zijn tong op sterk water bewaard.

Van Franciscus is bekend dat hij heel terughoudend was wat betreft studerende broeders. Maar Antonius kreeg in een korte brief zijn toestemming en zegen om theologie aan de broeders te doceren, onder de voorwaarde dat hij bij dat onderricht de geest van gebed en toewijding niet zou uitdoven. In de Geschriften van Franciscus is dit briefje opgenomen, waarbij Franciscus in de aanhef Antonius aanspreekt als ‘mijn bisschop’, een uiting van de hoge eerbied die Franciscus voor hem had.

Antonius is niet oud geworden. Hij leed aan waterzucht en stierf op 13 juni 1231. In zijn laatste levensjaren huisde hij in een notenboom, van waaruit hij de mensen goede raad gaf bij geloofs- en levensvragen.

Goudvissen

In het klooster van de minderbroeders in Megen – het klooster draagt de naam van Antonius – staat een beeld van hem met het kindje Jezus op zijn arm. Samen kijken ze uit over de kleine vijver met goudvissen. Die standplaats sluit aan bij een bekend verhaal over zijn preek tot de vissen. Het verhaal gaat dat de mensen weinig oren hadden naar een preek van Antonius en dat hij zich toen wendde tot de vissen aan het strand van Rimini. Heel beeldend beschrijft dit verhaal hoe de vissen zich in rijen in het water opstelden en met hun staartbewegingen hun instemming met zijn woorden kenbaar maakten.

Antonius geldt als patroon van verloren zaken, ook wel patroon van de sloddervossen genoemd. Heel bekend is het korte gebed: “Heilige Antonius, beste vrind, geef dat ik mijn … weer vind.” Interessant is dat deze ´verloren zaken´ wel eens een gevolg zouden kunnen zijn van een verschrijving bij het met de hand kopiëren van teksten in zijn tijd. Antonius riep zijn toehoorders om terug te keren naar ‘verloren zeden’ (mores perditos). Door de overschrijffout zou er ‘res perditos’ zijn genoteerd en dat betekent ‘verloren zaken’.

Il Santo

Tot op vandaag is Antonius ongekend populair. Als er in Italië gesproken wordt van ‘Il Santo’ (de heilige) dan wordt daarmee eerder Antonius dan Franciscus bedoeld.

Nog een leuk detail. De Limburgse popgroep Rowwen hèze zingt in hun nummer ‘Heilige Antonius’: “Soms is ’t baeter iets moëis te verliezen; baeter verleeze dan daat ge ’t noëit het gehad.”

Gerelateerde nieuwsberichten