V.l.n.r. Ben van Bronkhorst ofm, Jozef Wissink, Richard de Visser, Paul van Geest, mgr. Gerard de Korte, Vincent Peters, Vincent Blom, Michiel Peeters en Ronald Valk. (Foto’s: Ramon Mangold)
Na een pauze van 52 jaar
Zaligverklaring Everardus Witte officieel hervat
Met een plechtigheid in Stadsklooster San Damiano in ’s-Hertogenbosch is dinsdagmiddag, 20 juni 2023, het proces van eerbiedwaardig- en zaligverklaring van broeder Everardus Witte officieel heropend.
In 1971 werd gehoopt op een nieuwe generatie die het proces zou hervatten – die generatie is nu gekomen
De minderbroeders franciscanen besloten vorig jaar al tot heropening van het in 1971 gepauzeerde proces. De officiële heropening kon pas plaatsvinden na de beëdiging van een kerkelijke rechtbank, een historische commissie en een vicepostulator door mgr. De Korte, bisschop van ’s-Hertogenbosch.
Waarheidsgehalte
De kerkelijke rechtbank, bestaande uit plebaan Vincent Blom (als bisschoppelijk gedelegeerde), Tilburgs Studentenpastoor mr. drs. Lic. Michiel Peeters fscb (als promotor iustitiae, letterlijk ‘bevorderaar van de gerechtigheid’; de kerkelijke variant van de officier van justitie) en Ronald Valk (als notulist, vanwege zijn ervaring bij zaligverklaringsprocessen en zijn beheersing van het Italiaans). De kerkelijke rechtbank zal het waarheidsgehalte van alle documenten en getuigenissen toetsen.
De historische commissie bestaat uit emeritus-hoogleraar theologie dr. Jozef Wissink, priester; prof. dr. Paul van Geest (kerkhistoricus) en drs. Richard de Visser (historicus). Deze commissie is verantwoordelijk voor een historisch overzicht vanaf 1971 – het jaar waarin het proces gepauzeerd werd – tot nu van alles wat rond en/of op voorspraak van broeder Everardus is gebeurd. Belangrijk daarbij is het horen van getuigen. En ook telt mee alle ter zake doende documentatie over het leven en de deugden van broeder Everardus.
De vicepostulator is broeder Ben van Bronkhorst ofm. De vicepostulator vormt de lokale rechterhand van de postulator (broeder Giovangiuseppe Califano ofm) die in Rome woont. De (vice-)postulatoren zijn de ‘advocaat’ van de kandidaat-zalige. Broeder Ben van Bronkhorst ofm is benoemd door zijn overste, minister-provinciaal Theo van Adrichem ofm. Bevestiging van de bisschop is echter nodig omdat een zaligverklaringsproces altijd onder de verantwoordelijkheid gebeurt van het bisdom waar de kandidaat-zalige gestorven en begraven is. Megen, gemeente Oss, valt onder het bisdom ’s-Hertogenbosch.
Het proces van zaligverklaring dat nu hervat wordt, was in 1971 formeel gepauzeerd. De brief met het motief daarvoor, die toenmalig minister-provinciaal van de Nederlandse minderbroeders franciscanen in 1971 naar Rome stuurde, gaf “de tijdsgeest” als reden. Een zaligverklaring werd door de broeders tot teleurstelling van het bisdom en ‘Rome’ ‘uit de tijd’ gevonden. Katholiek Nederland lag in de jaren ’60 vaker niet op één lijn met Rome. Bij het pauzeren van het proces – er is bewust voor gekozen het proces niet stop te zetten – werd vermeld dat er gehoopt werd op een nieuwe generatie die het proces zou willen voortzetten. Die generatie is er nu dus gekomen.
De plechtige heropening 20 juni jl. vond plaats op dezelfde locatie – toen nog Kapucijnenklooster – als waar de eerste opening van het proces in 1954 plaatsvond.
Broeder Everardus Witte
Broeder Everardus Witte werd als Jan Witte 25 juli 1868 in Hoorn geboren in het katholieke gezin van Jan Caspar Witte en Cornelia Wahlen. Hij groeide op in Alkmaar, nadat vader Brouwerij ‘De Burg’ kon overnemen. De familie behoorde tot de gegoede middenstand, was kerkelijk en maatschappelijk zeer betrokken. Vader zat in de gemeenteraad en richtte een ‘voedselbank’ avant la lettre op. Twee pogingen van Jan om priester te worden (via het bisdom en via de franciscanen) mislukten. Daarop trad hij als lekenbroeder in bij de franciscanen. In Megen woonde hij bijna 50 jaar. Als portier werd hij vooral bekend door zijn luisterend oor en zijn vele bidden. Dat leverde hem de bijnamen ‘het heilig Bruurke (broedertje) van Megen’ en ‘het levend gebed’ op. Na zijn dood op 22 december 1950 bleven vele mensen zijn graf bezoeken, zodat er al in 1954 een grafkapel werd gebouwd. Toen begon ook het zaligverklaringsproces, dat nu na 52 jaar hervat wordt.