Placied Tempels en Bantoe-filosofie
Een bijzonder boek van een bijzonder missionaris in Congo
Op vrijdag 5 november werd aan het Nijmegen Institute for Mission Studies (NIM), dat dit jaar 30 jaar bestaat, een symposium gehouden. Het thema betrof de Bantoe-filosofie van broeder Placied Tempels (ook vaak geschreven als Placide Tempels): Een Vlaamse franciscaan geboren te Berlaar in 1906 en gestorven te Hasselt in 1977. Een merkwaardig figuur in de reeks van Vlaamse minderbroeders. De moeite waard om er kennis mee te maken.
Op 17 september 1924 trad hij in in het noviciaat in Tielt. Op 15 augustus 1930 werd hij priester gewijd. Drie jaar later, in 1933, vertrok hij voor de eerste maal naar Congo. In 1946 kwam hij voor de eerste maal terug en publiceerde toen zijn “Bantoe Filosofie” (een Franse uitgave verscheen al een jaar eerder in Congo, terwijl een Engelse vertaling in 1959 verscheen) en gaf een reeks conferenties over de ontmoeting met de Afrikaanse wereld die hem van bij het begin al intrigeerde. Waarom? Voor hem werd al vlug duidelijk dat de Europese missionarissen evangeliseerden vanuit de toenmalige kolonialistische houding meester-knecht, de superieure blanke tegenover de primitieve zwarte. Maar bovendien waren missionarissen filosofisch en dogmatisch gevormd met een Westerse en dus existentialistische inslag. Voor Afrikanen was die Europese godsdienst een totaal vreemde wereld die niet aansloot bij hun denken, voelen en leven. Zij botsten op iets wat voor hen abstract en onbekend was. Het gevolg voor heel wat missionarissen was ontmoediging omdat de bekeerlingen hun nieuw geloof vlug opgaven.
Op dat punt was broeder Placied een visionair. Geleidelijk aan groeide zijn aandacht en gevoeligheid voor wat hij noemde de Bantoe-mens: De mens waarmee hij elke dag te doen had. Op zijn manier probeerde hij de ziel, de kern van deze mens te begrijpen. ’s Avonds zat hij lange uren bij de Bantoes aan hun hutten te luisteren naar hun verhalen, naar hun leven, hun zorgen, hun vreugde en verdriet, hun dromen… Op den duur kende hij hun taal door en door, noteerde hij hun spreekwoorden en gezegden… Zo ontdekte hij de sleutel na vele jaren geduldig luisteren met zijn hart naar deze mensen, voor wie hij gekomen was.
“Zo ontdekte hij de sleutel na vele jaren geduldig luisteren met zijn hart naar deze mensen, voor wie hij gekomen was.”
In 1962 publiceerde hij zijn boek ‘Notre rencontre’, waarin hij zijn visie op de catechese probeerde duidelijk te maken. Het was hem niet meer te doen om ons systeem van wat wij in België noemden ‘de Mechelse catechismus’ met vraag en antwoord. Het ging om ‘ontmoeting’ met de levende mens via persoonlijk contact. Alleen deze weg is vruchtbaar. Het ging hem op de eerste plaats niet om theorie, maar om een ervaring via contact om zo de woorden van Jezus reële inhoud te geven: ‘Mogen zij één worden…’ Samengevat gaat het om: verlangen naar volheid van leven. Daarin onderscheidde hij: 1. Leven in overvloed, leven in volheid. 2. Vruchtbaarheid via vaderschap en moederschap, fysisch en moreel, overvloedig en totaal. 3. Vitale verbondenheid met anderen. Deze drie waarden omvatten een hele wereld volgens broeder Placied. Hij heeft ze als levensbehoeften ontdekt in de ziel van de Afrikaanse mens, christen of niet. Hij vond ze overal terug in hun gebruiken, gewoontes en riten. En het beperkt zich niet tot louter fysisch leven of fysische gezondheid. De vitale verbondenheid wordt vooral zichtbaar in de drang om zich te verenigen met sterkere wezens. In het christendom komen deze waarden ten volle tot leven in de vereniging met de persoon van Jezus. Deze boodschap vinden we telkens terug in het evangelie van Johannes waar Jezus tijdens zijn afscheid bidt: ‘Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U Mij hebt gezonden’ (Joh. 17,21). ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’ (Joh. 14,6). Heel veel zinnen, vooral in het evangelie van Johannes, sluiten sterk aan bij de diepe levensbehoeften van de Bantoe-mens. Woorden waarin Jezus spreekt over levensverbondenheid met hem, met elkaar, leven in overvloed (Joh. 10,10) raken de Afrikaanse mens heel diep in zijn ziel. Vanuit dit inzicht gaf hij de kerk een nieuwe naam: ‘Jamaa’ en dat betekent ‘familie’. Daarmee drukte hij scherper uit waar het hem om te doen is. Reeds in de jaren 40 was broeder Placied ook wetenschappelijk bezig met de onderbouw van zijn visie. Hij publiceerde een aantal artikelen waarin hij zijn ideeën verspreidde. In 1945 publiceerde hij zelfs zijn Bantoe-filosofie in boekvorm.
Terloops nog even dit: de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty (1906-1961) is ooit broeder Placied komen opzoeken in Congo. ‘Ik wil één man in Afrika ontmoeten’, zei hij: ‘Placied Tempels.’
In 1962 vergaderde de groep specialisten ‘Présence Africaine’ met afgevaardigden van de Islam, Protestanten en Katholieken om hun bevindingen samen te leggen rond de Afrikaanse cultuur. Op het einde werd broeder Placied uitgenodigd om zijn ervaringen te komen delen. In februari 1965 was broeder Placied in Rome uitgenodigd om voor het Heilig Officie zijn leer over de Jamaa toe te lichten, vermits er op een aantal plaatsen ondertussen enkele misverstanden waren gegroeid in verband met de interpretatie van zijn visie. Sinds een aantal jaren is nieuwe belangstelling gegroeid voor zijn persoon en zijn bijdrage tot een missioneringsvorm uitgaande van de Afrikaanse cultuur (hij wordt wel de ‘vader van de Afrikaanse filosofie’ genoemd). De bijdrage van onze confrater in de missionering van de Afrikaanse mens is gewoon fundamenteel geweest. De ontmoeting van de Europese missionaris met de wereld van de Bantoe-mens is dank zij broeder Placied zeer vruchtbaar geworden.
Tijdens het symposium in Nijmegen werd een publicatie over Tempels Bantoe-filosofie ten doop gehouden Beyond Bantu Philosophy, contextualizing Placide Tempels’s initiative in African thought met een negental bijdragen waarvan de meeste uit Afrika. De ideeën van broeder Placied blijven dus relevant. Het eerste exemplaar werd overhandigd aan medebroeder Joseph Mbuyilumembu die als kind Placied al heeft ontmoet en vervolgens ook als jonge broeder. Hij beheert ook een groot deel van de geschriften en correspondentie van Placied Tempels.
Bob Van Laer ofm
Dit artikel verscheen eerder in het magazine ‘Handdruk‘, het tijdschrift van de franciscaanse familie in Vlaanderen.