Bericht vanuit India (2): een nieuw bestuur, Nagpur en Basan

Minister-provinciaal Theo van Adrichem doet verslag

Van 13 tot en met 24 november is minister-provinciaal Theo van Adrichem samen met broeder Jan ter Maat op broederlijk bezoek in India, ter gelegenheid van hun provinciekapittel. Broeder Theo van Adrichem doet in meerdere delen verslag van het bezoek.

Woensdag 16 november, de derde dag van het provinciekapittel, staan de verkiezingen van provinciaal, viceprovinciaal en vier definitoren op het programma. Vanuit de provincie zijn vier namen naar het generalaat gestuurd en aan het begin van de verkiezingen zullen de namen van de kandidaten bekend worden gemaakt. De morgen begint met een ochtendgebed met aansluitend eucharistieviering. Daarin gaat de visitator voor en Jan en ik assisteren. In zijn preek drukt de visitator de broeders op het hart om zich bij de keuze te laten leiden door wat goed is voor het geheel van de broederschap en wat de Geest ingeeft en niet door persoonlijke of groepsbelangen. In een land met zoveel verschillende culturen blijft dat een moeilijk punt. Ook vraagt hij om de lijst van namen te aanvaarden, die hij namens het generaal bestuur zal voorleggen.

Tot nu toe zijn we aanwezig geweest bij alle bijeenkomsten van het kapittel. Ook deze morgen zijn we welkom, maar de vorige provinciaal Praveen zegt dat we ook de mogelijkheid hebben om ons door de directeur van het Bijbels Catechetisch en Liturgisch Centrum, waar we verblijven, te later rondleiden. Het lijkt Jan en mijzelf het beste om voor het laatste te kiezen.

National Biblical Catechetical and Liturgical Centre

Een levende artistieke synthese van Indiase christelijke theologie en spiritualiteit
Het Bijbels Catechetisch en Liturgisch Centrum is in 1967 opgericht door de Indiase bisschoppenconferentie om de vernieuwingen van het Tweede Vaticaanse Concilie door te voeren in de Indiase kerk. Ook in de constructie en inrichting van het centrum heeft men dat uitgedrukt. De gehele campus wordt aangeduid als ‘een plek van Godservaring’, met als nadere omschrijving ‘Een levende artistieke synthese van Indiase christelijke theologie en spiritualiteit’. Het is boeiend om te zien hoe in opbouw, inrichting en versieringen een verband wordt gelegd tussen de christelijke en Indiase symboliek en waarden.

Hoofdpunten van de vernieuwing in dit centrum zijn: inzet voor sociale gerechtigheid, interreligieuze dialoog, inculturatie en een authentieke Indiase christelijke spiritualiteit. De directeur vertelt over de verschillende katholieke tradities in India met hun eigen ritus: naast de Latijnse ritus is er onder andere de Syro-Malabarse, een van de vele Oosters-Orthodoxe kerken, die in volledige eenheid met de Kerk van Rome is. In 1982 heeft deze ritus duidelijker erkenning gekregen vanuit Rome, wat onder andere inhield dat zij hun eigen bisschoppen mochten hebben en ook ruimte voor eigen beleid. Het centrum werkt alleen voor de Latijnse ritus, maar materiaal is ook voor andere ritussen beschikbaar.

Overigens zijn er medebroeders, die zich hebben bekwaamd om voor te gaan in een Syro-Malabarse ritus. Op plekken waar mensen zijn die tot deze traditie behoren, maar waar geen eigen kerk is, kunnen broeders hun toch de gelegenheid bieden om in hun eigen traditie liturgie te vieren.

Een nieuwe minister-provinciaal
Op het moment dat we onder begeleiding van de directeur de campus willen gaan bekijken komen de kapittelgangers in processie uit de vergaderzaal op weg naar de kapel voor de bevestiging van de nieuwgekozen provinciaal. We worden door hem uitgenodigd om aan te sluiten in de processie en maken zo dit mooie moment van het kapittel toch mee. De rondleiding over de campus krijgen we daarna alsnog.

De nieuwe provinciaal, Xavier Durai Raj, was al de nodige jaren provincie-econoom en is dus goed ingevoerd in provinciezaken. We maakten hem al mee vanaf het moment van aankomst in Bangalore. Voor woensdag 23 november staat er in een ons eerder toegezonden programma ‘een gesprek met de nieuwe provinciaal’ gepland en nu weten we dus dat het met hem zal zijn.

National Biblical Catechetical and Liturgical Centre

Vliegen naar Nagpur
In de namiddag, terwijl het kapittel verder gaat met andere keuzes voor het bestuur, worden Jan en ik naar het vliegveld gebracht voor een vlucht naar Nagpur. Daar zullen we onze tocht langs verschillende communiteiten van de custodie beginnen. Allemaal plekken die iets met vormingscommuniteiten te maken hebben.

We beginnen in Nagpur, waar het aspirantaat is gevestigd en tevens een kloosterkerk. Het klooster ligt pal langs een verkeersweg, die recent verbreed is. En aan de overkant van de weg is een grote kolenmijn, waar dagmijnbouw plaatsvindt. Die mijn en ook het transport van de kolen doen letterlijk veel stof opwaaien. Al bij al geen rustieke locatie. Maar het wordt een heel interessant bezoek.

We worden hartelijk verwelkomd door broeder Fidelis de Lima, die rond de jaren ’70 gedurende 3,5 jaar in Nijmegen heeft gestudeerd. Hij is dus bekend met Nederland en hij kent de nodige Nederlandse broeders. Bovendien spreekt hij nog steeds goed Nederlands, vrijwel zonder accent. Hij is een aangename verteller en weet veel. Het broederlijk samenleven in en met Nederlandse broeders heeft hij als heel positief ervaren. Met zijn 83 jaar mag hij nog assistent-magister zijn van de aspiranten, een veertiental. Zij blijven twee jaar in Nagpur, vooraleer wordt beslist of iemand doorgaat naar het postulaat. De meeste aspiranten zijn rond de 20 jaar, maar er zijn ook twee ouderen, van 25 en 28 jaar, waarvan er één al een beroep heeft uitgeoefend. Dat is voor India een nieuw fenomeen. Belangrijk doel van het aspirantaat is het leren of verbeteren van het Engels, werkzaamheden in huis en tuin, voorgaan in het gebed en zeker ook het samenleven met elkaar. In pauzes en ook tussendoor kunnen we met de een en ander spreken.

Locals en aspiranten
Tijdens ons verblijf maken we een wandeling in de buurt en daarbij worden we uitgenodigd bij een familie die betrokken is bij het klooster en waarvan de man voor de kolenmijn werkt. De mijn heeft zelf een groot terrein, waarop huizen zijn gebouwd. Werknemers kunnen daar vrij wonen en krijgen ook nog een goed salaris. Tevens is er een basisschool. Als het werk ophoudt, moet je wel je woning verlaten. De werknemers die we spreken zijn zeer content.

Op de tweede avond verzorgen de aspiranten een programma, met zang en dans. Broeder Fidelis vertelt iets over de betekenis van de Nederlandse broeders aan het begin van de Indiase provincie. Jan en ik vertellen iets over onze provincie en de reden van onze komst. We sluiten onze bijdrage af met een tweestemmig gezang van Taizé.

Met de trein naar Basen
Op vrijdag 18 november vertrekken we eind van de morgen naar het station van Nagpur voor een treinreis op weg naar onze volgende bestemming. Medebroeder Alex, pastor in een parochie in de stad en uitwonend lid van de communiteit, reist met ons mee. Zelf had ik vooraf laten weten dat ik graag ook een keer met de trein wilde reizen en deze verplaatsing was daarvoor een goede gelegenheid, een reis van ongeveer 12 uur.

We reizen door een vlak landschap met onnoemelijk veel rijstvelden, waar de oogst net begint. Door een vertraging van 2 uur kwamen we pas om 3.30 uur aan op ons eindstation. De laatste maanden zijn de vertragingen toegenomen vanwege werkzaamheden aan het spoor, maar ook omdat grote bedrijven hebben bedongen dat goederentreinen prioriteit krijgen. Door de vertraging kunnen we wel langer van onze couchettes genieten! Bij aankomst op het station werden we opgewacht door de gardiaan van Basen, onze volgende bestemming. Het is vervolgens nog 3,5 uur rijden met de auto over goede en ook zeer slechte wegen.

Basen
Basen is de oudste franciscaanse plek van de provincie. Er zijn meerdere scholen. Voor jonge kinderen, voor wat ouderen en een voor de hoogste klassen. Ook is er een apostolische school (seminarie) en er zijn hostels, verblijfplaatsen, voor meisjes en jongens. In het hele project werken ook zusters mee. Tevens is er een parochiekerk. Het seminarie is franciscaans georiënteerd: het is bedoeld voor jeugd, die overweegt om franciscaan te worden. De leerlingen blijven er twee tot drie jaar. Maar van de ruim veertig leerlingen verwacht men dat er slechts een beperkt aantal naar het aspirantaat gaat.

In de loop van ochtend bezoeken we twee scholen. We worden op het schoolplein onthaald met gezang. Jan en ik worden vervolgens gevraagd om iets te vertellen, waarna er gelegenheid is voor de leerlingen om iets te vragen. Onze komst wordt aangegrepen om het grotere verband waarvan de Indiase broederschap deel uitmaakt naar voren te brengen en ook de bijzondere relatie met Nederland. Zo heeft medebroeder Baptist (Huub) van der Sande, zelf ooit missionaris in India, na zijn terugkeer met opbrengsten van de Winkel van Sinkel in Venray financieel veel bijgedragen aan de gebouwen in Basen.

Postulaat in Nagpur, broeder Fidelis de Lima derde van rechts

Door de vertraging kunnen we wel langer van onze couchettes genieten!

Statie tijdens processie op feest van Christus Koning

Vieren en volleybal
We vieren hier de laatste zondag van het kerkelijk jaar, Christus Koning, mee. Dat gaat gepaard met een processie met het Allerheiligste van de kerk naar een terrein met enkele grote bomen, waar een altaartafel is neergezet, grote kleden op het veld zijn neergelegd om op te zitten en enkele stoelen voor de voorgangers en enkele ouderen. Er zijn meerdere jeugdgroepen, die – prachtig gekleed – dansend en zingend meetrekken in de processie. Er volgt een viering in het Hindi en aansluitend is er nog een feestprogramma.

Jan en ik doen deze dagen in Basen beiden een keer mee met volleybal, wat zeer gewaardeerd wordt. Op zondagmiddag is er een vriendschappelijke wedstrijd van een aantal broeders en enkele studenten tegen een team uit een naburig dorp, allemaal hindoes. De broeders stimuleren de onderlinge contacten. Overigens zitten er op de scholen ook Hindoekinderen. De ouders stemmen in met het bestaande programma en waarderen het goede onderwijs.

Overigens horen de broeders met enige regelmaat dat de regering steeds duidelijker het hindoeïsme en hindoeïsten bevoordeelt of omgekeerd: bestaande beschermende maatregelen voor minderheden zoals christenen en moslims afbouwt.

Leef- en werkervaring opdoen ergens in India of… in Nederland
In de Indiase broederschap is het gewoon dat de broeders in opleiding tussen de fase van de filosofie en theologie een jaar elders verblijven om leef- en werkervaring op te doen. Dat kan binnen of buiten de broederschap zijn, ook in onze provincie! In Basen treffen we een medebroeder die samen met een andere broeder in de vorming naar dorpen op het platteland gaat om daar aan armen onderwijs te geven. Een eigen initiatief.

Zondagavond gaan we naar de apostolische school waar we eerst aansluiten bij het avondgebed van de leerlingen en daarna hebben we een ontmoeting en uitwisseling met hen.

Christus Koning
Vervolgens zijn de broeders uitgenodigd voor een feestelijk avondmaal bij de zusters vanwege hun patroonsfeest. Zij zijn immers Franciscaanse Missionarissen van Christus Koning, gesticht in Karachi door mgr. Salesius Lemmens ofm in 1937.
Een mooie afsluiting van ons bezoek aan Basen. Want morgen na het ontbijt zal de gardiaan ons naar de volgende statie brengen: Malom Naotali.

Broederlijke groet vanuit India, mede namens Jan, die voor foto’s heeft zorggedragen,

Theo van Adrichem

Ter completering de vier nieuwe definitoren:

Gerelateerde nieuwsberichten