Herman Hansen
* Tongeren, 16 mei 1927 † Sint-Truiden, 13 oktober 2022
Op 13 oktober 2022 overleef in Sint-Truiden, 94 jaar oud, onze medebroeder Herman Hansen, 94 jaar oud, 74 jaar minderbroeder en 69 jaar priester.
Hij werd geboren in Tongeren op 16 mei 1927 in een groot ‘nest’ van 12 kinderen en daar was hij trots op. Op 19-jarige leeftijd trad hij in Tielt in het noviciaat in en begon daarmee zijn leven als minderbroeder. Na zijn theologiestudie werd hij als zesentwintigjarige priester gewijd. Twee jaar nadien vertrok hij op vraag van de provinciaal naar Congo. In ons college van Kolwezi was hij 20 jaar econoom en secretaris. In Congo was hij verder parochiehulp en aalmoezenier in het staatshospitaal, het politiekamp en de Congolese gevangenis te Musonoi/Kolwezi,
Gardiaan in Sint-Truiden
Na zijn terugkomst in Vlaanderen in 1976 werd hij eerst gardiaan, later vicaris van de communiteit in Sint-Truiden. Hier zorgde hij voor de opvang van oud-Congomissionarissen. Maar daarvoor moest hij het klooster aanpassen en moderniseren. Daarbij schakelde hij de zusters van Pittem in voor de keuken en de ziekenzorg. Deze zusters die in dezelfde streek in Congo gewerkt hadden: zij kregen hier een behoorlijke accommodatie. Hij zorgde voor een perfecte integratie van zusters en paters. Waar vroeger 88 paters woonden in kleine kamers die we toen cellen noemden, maakte hij van twee kamers één. Vrijwel tegelijkertijd was hij binnen de orde onder meer econoom en vice-econoom.
Econoom met oog voor erfgoed
Hij was pas overste toen de provinciaal hem vroeg om het economaat van de Vlaamse provincie te verzorgen. Ook dat nam Herman op zich gedurende 25 jaar. Toen hij als econoom regelmatig in alle kloosters kwam merkte hij op dat in de meeste huizen er een schat van franciscaans erfgoed bewaard werd. Het was de tijd na het tweede Vaticaans concilie. Ondertussen was het secularisatieproces reeds begonnen. Herman zag ook het aantal nieuwe novicen pijnlijk dalen. Vanuit een visionair inzicht is toen bij hem de idee gerijpt om die stukken te verzamelen en te bewaren voor de komende generaties. Het is niet bij een idee gebleven. Ook hier heeft hij zijn talent goed gebruikt al botste hij op heel wat weerstand. Hij stichtte het museum De Mindere om de boodschap van Franciscus door te geven aan de volgende generaties. Toen een aantal jaren geleden de Limburgse afgevaardigde voor cultuur een bezoek bracht aan het museum zei hij bij zijn afscheid: ‘Pater, als er nog iets is waarmee ik u van dienst kan zijn, laat het ons weten.’ Herman moest niet nadenken maar antwoordde onmiddellijk: ‘Ik heb uw vriendschap nodig!’ Ook dat tekende hem helemaal. Zevenentwintig jaar is hij enthousiast voorzitter geweest. Zelfs de laatste jaren bleef hij vanuit het Home Elisabeth de verdere evolutie volgen. Ondertussen staat het museum er en is niet meer weg te denken uit deze stad, zo rijk aan een religieus verleden.
Herman heeft heel zijn leven proberen te luisteren naar de Geest die in ieder van ons leeft en ook ons uitdaagt om te doen wat Hij ons influistert om mee te werken aan een nieuwe wereld van vrede en verzoening, vriendschap en liefde. Op een bepaald moment werd Herman gevraagd om in de Halmaalwijk wekelijks eucharistie te vieren en te preken. Ook dat heeft hij 21 jaar lang gedaan.
Reactie uit Museum DE MINDERE
Huidig bestuursvoorzitter Tony Heeren en conservator Christa Engelbosch van Museum DE MINDERE reageerden “Pater Herman is de founding father van het Museum ‘De Mindere’. Niet zonder enige tegenwind ijverde hij sedert einde jaren ’70 als provinciaal econoom voor het samenbrengen en bewaren van het roerend religieus erfgoed dat zich in de verschillende kloosters van de paters minderbroeders bevond. Zijn niet aflatende ijver en visionair inzicht resulteerde in de oprichting in 1988 van de vzw Museum Vlaamse Minderbroeders, later omgevormd tot Museum Franciscaans Erfgoed. Van bij de oprichting tot in 2013 was hij gedurende ruim een kwarteeuw onafgebroken de bezielende en immer enthousiaste voorzitter van het museum. Ook de jaren nadien, tijdens zijn verblijf in de Home St-Elisabeth, bleef hij de verdere evolutie van het museum op de voet volgen. Wij zullen hem alleszins met veel respect en waardering in onze herinnering bewaren.”
Bob van Laer