Br. Alessandro Coniglio

over het Studium Biblicum Franciscanum van Jeruzalem

We ontmoetten br. Alessandro Coniglio ofm, onlangs verkozen tot discreet (bestuurslid, red.) van de Custodie van het Heilig Land om te praten over het afgelopen academiejaar en het nieuwe, dat binnenkort van start gaat in het Studium Biblicum Franciscanum (SBF; Franciscaanse Bijbelstudies, red.). Daarvan is hij secretaris en adjunct-hoogleraar.

Br. Alessandro, kun je iets vertellen over het zojuist afgelopen academisch jaar van de SBF? Kun je de stand van zaken opnemen?

Het afgelopen academisch jaar was het eerste jaar dat echt ‘post-corona’ was. Het valt dan ook niet te ontkennen dat er een grote stap voorwaarts is gemaakt ten opzichte van de voorgaande twee jaar, toen we het grootste deel van de tijd online lessen moesten geven. Ook vanuit een onderwijskundig oogpunt werkt dit maar voor sommige vakken, zoals exegese en inleidingen, maar over het algemeen werkt het niet. Het is bijvoorbeeld onverenigbaar met Bijbelse talen, waar voortdurend contact tussen leraar en leerling van fundamenteel belang is; het zit in de continue tests, die noodzakelijkerwijs ter plaatse moeten worden uitgevoerd. Vanuit dit oogpunt was dit het eerste jaar waarin we volledig of bijna volledig zijn teruggegaan naar lessen met aanwezigheid.

Daaraan gekoppeld is de groei van het aantal inschrijvingen, maar ook het feit dat we weer op toehoorders konden rekenen. Wij bieden de mogelijkheid om, naast degenen die een doctoraat in Bijbelstudies willen volgen, de cursussen als toehoorder te volgen. Deze optie trekt veel mensen aan die in Jeruzalem werken en hun kennis van de Bijbelse landen en de Bijbel willen verdiepen. Het voordeel is dat je niet verplicht bent om examens af te leggen en tegelijkertijd de mogelijkheid hebt om veel nauwer contact te hebben met het Bijbelse land, het Heilige Land en wat inleidende informatie over de Schrift. Uiteindelijk is dit de kwaliteit van het afgelopen jaar geweest ten opzichte van de direct daaraan voorafgaande jaren.

Wat kun je ons vertellen over het komende jaar?
Voor het komende jaar verwachten we nog meer inschrijvingen. We krijgen in ieder geval een tiental nieuwe studenten voor de opleiding.

Verandert er iets qua programma? Is er iets nieuws?
Qua programma niet echt. De opleiding heeft een standaard programma van ongeveer 120 studiepunten, die in drieënhalf jaar moeten worden afgerond. Dit houdt een aanbod in voor de introductiecursus, dat wil zeggen de morfologie (het onderdeel van de taalkunde dat handelt over de verbuiging en vervoeging van woorden en de wijze waarop door afleiding en samenstelling woorden worden gevormd, red.) van Grieks en Hebreeuws en de introductiecursussen tot de Bijbelse omgeving. Plus Bijbelse geografie, Bijbelse geschiedenis en Bijbelse archeologie. Dit zijn cursussen die elk jaar terugkeren. Het programma van sommige van deze cursussen verandert enigszins, maar niet de morfologie van de talen en aardrijkskunde.

Terwijl sommige cursussen de neiging hebben het programma elk jaar te veranderen, zijn andere, vooral de taalcursussen, standaard. Wat bijvoorbeeld verandert in de Griekse en Hebreeuwse syntaxis, is welke hoofdstukken van het Oude en Nieuwe Testament door de leraar in de klas worden geanalyseerd of op welke hoofdstukken het examen zich zal richten. Deze programmaonderdelen veranderen elk jaar, maar de benadering van het onderwerp blijft hetzelfde.

De cursussen exegese veranderen elk jaar, niet alleen dankzij de bijdrage van de docenten die stabiel in de faculteit zitten (de meerderheid is minderbroeder), maar ook dankzij een stabiele kern van vaste docenten en een groep gastprofessoren.

We zullen in totaal negen gastdocenten hebben, die ons zullen helpen om de exegetische methoden en de benaderingen van de Bijbeltekst te onderscheiden, terwijl wij, de vaste docenten van de faculteit, de neiging hebben om de cursussen elk jaar te herhalen, hoewel de inhoud ervan verandert. Zo geef ik les in het Boek der Psalmen en verander ik elk jaar het aantal Psalmen dat we tijdens de cursus analyseren.

Welke psalmen analyseer je in het algemeen?
Het hangt af van het type cursus en het individuele type psalm. Vorig jaar heb ik een cursus Psalmen gegeven over de deuren van het Psalterium (psalmboek, red.), dat wil zeggen de twee ingangspsalmen en de vijf uitgangspsalmen. Volgend jaar verwacht ik een cursus te doen over de Psalmen als schakels van de vijf boeken van het Psalterium. Ik denk dat er in theorie vier schakels van het psalterium zijn, dus theoretisch zouden er acht psalmen zijn, maar in het algemeen is het moeilijk om meer dan vier psalmen diepgaand te analyseren. Veel hangt af van de lengte van de psalm.

Bijvoorbeeld, br. Matteo Munari ofm, die exegese van het Nieuwe Testament doceert, verandert elk jaar de hoofdstukken van het evangelie volgens Mattheüs die hij analyseert. Hij pakt elk jaar een ander hoofdstuk aan, maar het type methodologische benadering is altijd hetzelfde. Om onze studenten echter nieuwe meningen en nieuwe benaderingen te bieden, bovenop de Bijbeltekst, nodigt de SBF elk jaar verschillende docenten uit andere academische centra uit.

Boekrol met psalm 119 in het Hebreeuws.
© WikiCommons

Getsemane gezien vanaf de Olijfberg; links/midden is de gouden koepel van de Russisch-orthodoxe Kerk van Maria Magdalena, rechts is de Dominus Flevitkerk te zien.
© WikiCommons

Wat kunt u ons vertellen over de voortgang van de archeologische activiteiten?
Wat betreft de voortgang van de archeologische activiteiten is ons Instituut blij te zien dat we de afgelopen jaren samenwerkingen hebben ontwikkeld met verschillende én nieuwe archeologen.

We hebben een minderbroeder die studeert aan de PIAC, het Pauselijk Instituut voor Christelijke archeologie in Rome, br. Amedeo Ricco ofm; we hebben een stabiele samenwerking met fr. Yunus Demirci, een minderbroeder kapucijner, afgestudeerd aan de Hebreeuwse Universiteit; we hebben een samenwerking met Dr. Daniela Massara, die de algemeen directeur is van het Terra Sancta Museum van de Gezeling en een samenwerking met br. Eugenio Alliata ofm, de laatste van de grote archeologen van het Studium Biblicum Franciscanum.

Bij de opgraving in Getsemane werden een Mikwe (een ritueel Joods bad) en de mozaïekvloeren van een kerk gevonden.

Er is ook een uitstekend meerjarige samenwerking met de Israel Antiquities Authority (IAA). Toen we in Gethsemane begonnen met de werkzaamheden voor een nieuw onthaalcentrum voor pelgrims in de Kidron-vallei met de bouw van een tunnel die de toegang tot de Basiliek van de Naties vergemakkelijkt, moesten we natuurlijk een inleidende archeologische opgraving doen. Bij die gelegenheid heeft de IAA, die er toezicht op hield, onze specialisten van de SBF gevraagd om het in de opgraving gevonden keramisch materiaal te analyseren en mee te werken aan de evaluatie van de resultaten van de opgraving. Bij de opgraving in Getsemane werden een Mikwe (een ritueel Joods bad) en de mozaïekvloeren van een kerk gevonden.

Een samenwerking met de PIAC, het Pauselijk Instituut voor Christelijke Archeologie in Rome is gestart met een herevaluatie van de opgravingen op de herdersvelden in Beit Sahour en uiteraard is er de opgraving bij het Heilig Graf voor de restauratie van de vloeren, waarbij br. Amedeo Ricci, de Ph.D. student aan de PIAC in Rome, actief betrokken is; hij volgt officieel de opgravingswerken voor het Studium Biblicum, samen met br. Eugenio Alliata die nog steeds aan het hoofd staat van alle archeologische activiteiten.

En als laatste, de samenwerking met gastprofessor dr. Voros Gyozo, die doceert aan de Academie voor de Kunsten in Boedapest, loopt al jaren. Hij heeft een vergunning voor opgraving in Machaerus (Jordanië) tot 2029 en volgend jaar geeft hij in het tweede semester een seminar over archeologie van het Nieuwe Testament aan de SBF.

Filippo De Grazia
Bron: custodia.org

Gerelateerde nieuwsberichten