Rob Hoogenboom ofm over de ogen van God

Alles komt aan het licht

Voor dit vierde interview in deze rubriek ‘Onderstroom’ reisde ik af naar Amsterdam Nieuw-West, waar broeder Rob Hoogenboom, samen met vier medebroeders, woont in het stadsklooster La Verna. Wat betekent het citaat van Franciscus voor hem ‘Want zoveel als een mens is in de ogen van God, zoveel is hij en meer niet’?

Rob Hoogenboom (75) woont al ruim 40 jaar in Amsterdam. Hij was de oprichter van Stichting La Verna, franciscaans centrum voor spirituele ontwikkeling (later Stadsklooster La Verna genoemd). Tussen 2012 en 2019 was hij minister-provinciaal. De laatste tijd is hij weer betrokken bij de activiteiten die de Amsterdamse communiteit, na het opheffen van de Stichting La Verna, is blijven aanbieden.

Je kunt jezelf gemakkelijk belazeren. God tuint daar niet in

Broeder Rob Hoogenboom woont al 40 jaar in Amsterdam en hoewel hij van geboorte Hagenees is, voelt hij zich inmiddels echt een Amsterdammer. “Wie kan er nog zeggen dat hij in een buurt woont te midden van gelovigen?! Dit stadsdeel heeft 18 moskeeën en voor het grootste deel worden moslims en christenen door dezelfde God bewogen. Ieder heeft weliswaar zijn eigen kerk, maar we leven hier naast en met elkaar en staan open voor iedereen, hoe God hem of haar ook gemaakt heeft.”

Wat betekent het citaat van Franciscus voor u? Gaat het om de barmhartige blik van God?

“Het citaat komt uit Wijsheidsspreuk 19 van Franciscus. ‘De nederige dienaar van God’.” Rob leest voor: “Gelukkig de dienaar die zich niet beter vindt, wanneer de mensen hem prijzen en verheffen, dan wanneer ze hem waardeloos, eenvoudig, verachtelijk vinden. Want zoveel als een mens is in de ogen van God, zoveel is hij en meer niet. Wee de religieus die door anderen hoog geplaatst werd en uit eigen wil niet wenst af te treden. 4 En gelukkig de dienaar die niet uit eigen wil hoog geplaatst wordt en er altijd naar verlangt onder de voeten van anderen te zijn.”

“Ik vraag me af of deze wijsheidsspreuk wel over barmhartigheid gaat. Gaat het niet veel meer over dat God ziet wat er is? Je hoeft je niet beter voor te doen dan je bent. Alles komt aan het licht. In een wereld vol nepnieuws is dat troostend. Je kunt jezelf ook gemakkelijk belazeren. God tuint daar niet in. Dat is toch ook een geruststelling.”

Heeft dit citaat dan met het nederig zijn te maken?

“Nou, de Wijsheidsspreuken van Franciscus zitten helemaal in de traditie van de woestijnvaders, die geestelijke begeleiding gaven aan hun volgelingen. Franciscus ziet ook wel dat er in de omgang van broeders met elkaar van alles misgaat. Oversten die niet terug willen treden en anderen die dat juist voorbeeldig doen en weer anderen die alleen maar lopen te juichen als ze veel bijval krijgen. Het kopje bij dit citaat, ‘De nederige dienaar van God’, vind ik ideaal voor franciscanen.”

Is de wereld barmhartig?

“Nee, de wereld is niet barmhartig en de mens evenmin. Maar in mijn leven heb ik geleerd en altijd gevoeld dat God barmhartig is. Alles wordt door hem gezien, ook al pakt het verkeerd uit. God ziet alles en dat heb ik altijd als een uitnodiging gevoeld om mezelf te mogen leren kennen. De ogen van God brengen de Waarheid aan het licht. En met die wetenschap heb ik erop leren vertrouwen dat alles goedkomt. Uiteindelijk.”

Waar bent u tot deze inzichten gekomen?

“Tijdens twee pelgrimages: van Nederland naar Santiago de Compostella en, tien jaar later, van Nederland naar Assisi. Daar ben ik mijn diepste wezen tegengekomen en bij God voelde ik de vrijheid om dat ook te mogen toelaten. Dat is barmhartigheid. Ik ben een kind dat ‘buiten speelt’, en op die manier leert. Bij het lopen van zulke lange tochten word je geconfronteerd met slecht weer, met mensen die geen plaats voor je hebben en lichamelijke misère. Wil je geen zeurpiet zijn, dan zul je er mee moeten omgaan, oplossingen bedenken en je verzoenen met dingen zoals ze zijn. Misschien is het zelfs nog beter om te zeggen, omarm juist wat tegenzit, dat is het uitgangspunt.

En natuurlijk heeft elke dag en elke fase van mijn leven bijgedragen aan meer zelfinzicht, inzicht in mijn goede kanten, maar ook in mijn tekortkomingen.”

Heeft ook uw jeugd een rol gespeeld bij de manier waarop u de ogen van God kenmerkt?

“Met zeven kinderen moesten mijn ouders de eindjes aan elkaar knopen. Het waren andere tijden. Zelf ben ik een babyboomer, maar mijn moeder moest al op haar dertiende al gaan werken in een slagerij. De onzekerheid van het bestaan heb ik als kind zeker meegekregen, maar dat bracht ook met zich mee, dat ik altijd blij was met de plek waar ik kon of mocht werken. Het kwam niet in mij op om zelf daar een stem in te hebben. In het gezin moest immers alles met elkaar worden afgestemd. Voor mijn moeder was de parochie een veilige haven, een fijne bedding en dat heeft ze aan mij doorgegeven. In de parochie waren franciscanen en die appelleerden ook aan mijn behoefte aan een veilige plek. Ach, misschien durfde ik ook geen ander leven aan.”

Heeft uw jeugd ook nog invloed op uw leven als broeder?

“Heel veel zelfs. In een gemeenschap moet je je afstemmen op elkaar, dus in dat opzicht kwam mijn jeugd goed van pas. Je eigen weg mogen zoeken met respect naar je medebroeders, heeft mij heel veel gebracht. De ander accepteren zoals hij is, als iemand die jouw eigen leven complementeert, dat vind ik echt een vrucht en een kracht van ons leven in gemeenschap. En natuurlijk is er diversiteit en zijn er verschillen, maar ga daar redelijk mee om.”

Zijn er ook zaken waarmee u slechter uit de voeten kunt?

“Ja, natuurlijk. Op dit moment heb ik veel contact met transgenders; zij hebben zoveel met God uit te zoeken, terwijl de kerk voor hen de deuren dichthoudt. Daar zit iets heel ingewikkelds in. Ook daarin moet ik mijn weg vinden. Ook het celibaat vind ik een complexe aangelegenheid in de katholieke kerk. Het gaat natuurlijk om die totale beschikbaarheid, maar die is wellicht ook bedenkelijk.”

Wat betekent het stadsklooster La Verna voor u dat nu bijna 25 jaar gevestigd hier gevestigd is?

“Het stadsklooster is een oase van rust in Amsterdam Nieuw-West. Vijfentwintig jaar geleden holden velen de kerk uit en de initiatieven voor nieuwe vormen van spiritualiteit schoten als paddenstoelen uit de grond. Op dat moment was ik in New York (voor een sabbatical) en zag daar inspirerende voorbeelden. Ik had daarvoor al twaalf jaar in Amsterdam in het maatschappelijk domein gewerkt en had toen de behoefte om – als franciscaan – een soortgelijk initiatief op te zetten. Zo ontstond spiritueel centrum La Verna. Heel organisch, stap voor stap, binnen de al bestaande franciscaanse gemeenschap. We wilden als franciscanen voor die zoekende mensen aanwezig zijn in dat veld. Samen met een paar medebroeders hebben we dit kunnen ontwikkelen en jarenlang cursussen, workshops, lezingen en andere activiteiten gegeven op het gebied van traditionele en eigentijdse spiritualiteit. Na het vertrek van een medebroeder die mij was opgevolgd als coördinator, is het centrum, als stichting, gestopt. Maar ons klooster blijft wel open voor initiatieven van anderen en heeft ook plaats voor tijdelijke bewoners.”

Wat heeft u er geleerd over barmhartigheid?

“Het is niet gemakkelijk om je plek te vinden in deze wereld. Ik denk ook vaak aan die jongens hier uit de buurt, wat het met je doet steeds afgewezen te worden bij sollicitaties. Dan komen er andere verleidingen. Die knoop moet je ontwarren bij jezelf. Ik heb er voor mezelf ook best een tijd over gedaan. Je leert mededogen ontwikkelen. Ik zou nu niet jong willen zijn. Ik denk dat dealen met overvloed ingewikkelder is dan dealen met tekorten. Iedere generatie vindt wel zijn antwoorden en dat heeft alles met vertrouwen te maken. Ook jongeren van nu hebben een zoektocht te gaan.”

“Ik ben in wat ik doe nu meer priester dan ik in mijn hele leven geweest ben. Het besef dat jezelf zondaar bent, bijvoorbeeld in de omgang met huisgenoten, en als je dat besef ook bij jezelf kunt toelaten, dan kun je ook voor anderen milder, meer compassievol zijn. Barmhartiger worden, dat kan hier.”

Brigitte van der Heijden


Dit interview verscheen eerder, in licht ingekorte vorm, in het magazine Minderbroeders Franciscanen, 2022, editie 4.

Gerelateerde nieuwsberichten