Al bij de eerste opvang in onze streken werd gekeken welke kwaliteiten de vluchtelingen in huis hebben. Hierdoor kon al heel snel het onderwijs voor de Oekraïense kinderen georganiseerd worden. Oekraïense leerkrachten staan nu voor de klas, naast dat kinderen deels online les krijgen vanuit Oekraïne. De ouders, veelal moeders, kunnen hier tijdelijk aan de slag.
De vluchtelingen hebben veel steun aan elkaar; dat is hard nodig bij de berichten over geweld en de onzekerheid over hoe het met achtergebleven familieleden gaat. Het mobieltje is altijd onder handbereik en men zoekt elkaar op tot laat in de avond. Ook de aanwezigheid van kerken en Mariakapellen biedt houvast in alle onrust. Het liefst wil men zo snel mogelijk terug, en sommigen zijn al daadwerkelijk naar huis gegaan in de hoop het leven weer op te pakken.
Naast alle hartverwarmende zorg voor elkaar klinkt ook in ons eigen land de roep om hard militair ingrijpen en om vergelding van wat er in Oekraïne gebeurt.
Het is duidelijk dat er recht gedaan moet worden, maar het grootste verlangen bij de vluchtelingen is toch dat er een eind komt aan angst en geweld. Men wil samen het land weer opbouwen en in vrede met familie samenzijn.
Het valt te hopen dat de miljarden die nu zonder noemenswaardig verzet voor wapens en defensie worden vrijgemaakt, juist ook nu voor ontwikkelingshulp, duurzame energiebronnen en economische samenwerking worden aangewend.
Met de Oekraïners delen we toch ook de wens dat kinderen opgroeien in vrede en veiligheid, in zorg om elkaars welzijn en niet met het verlangen naar wraak en vergelding.
Roland Putman