Broeder Theo in gesprek met de Indonesische junioren.
Broederlijke ontmoeting in Indonesië, deel 1
“We zijn beiden bezig met de toekomst, in heel verschillende situaties”
Het is de gewoonte dat de provinciaal in zijn ambtstermijn een bezoek brengt aan een aantal van onze ‘dochterprovincies’. Een daarvan is de provincie Sint Michael in Indonesië. Het eilandenrijk, met ca. 1700 eilanden, is 50 maal zo groot als Nederland en telt 270 miljoen inwoners (waarvan de helft op Java woont). Het overgrote deel van de bevolking is moslim (87%), 10% is christen. Indonesië is een land waar het religieuze leven bloeit. Dat geldt zeker ook voor de groeiende franciscaanse broederschap, die sinds 1983 een zelfstandige provincie is met nu ca. 200 leden. Provinciaal Theo van Adrichem maakte van 28 mei tot en met 15 juni een rondreis door de archipel, met vele ontmoetingen en een bijzonder rijk programma. Hier deel 1 van zijn reisverslag.
Op bezoek bij vrouw die traditionele hoofddeksels maakt.
“Indonesië is een groeiende gemeenschap met veel broeders in de vorming”
Welkomstritueel met palmdrank en levende kip.
Zaterdag 28 mei
Aankomst op het vliegveld van Jakarta, waar provinciaal Michael Peruhe en medebroeder Taucen mij hartelijk verwelkomen. Het is inmiddels middernacht als we door de stromende regen naar het klooster in het centrum van Jakarta rijden. Die regen is eigenlijk ongewoon in deze tijd van het jaar, want we zitten in het droge seizoen. Klimaatverandering lijkt ook hier haar invloed te doen gelden.
Zonder Piet Bots
Overigens waren er meer verrassingen aan het begin van deze reis. Eigenlijk zou ik samen met medebroeder Piet Bots reizen, maar Piet testte de dag voor vertrek positief op een coronatest en kon niet mee. Jammer voor hem, maar zeker ook voor mij, die nu een reisgenoot met veel ervaring in Indonesië moet missen.
Zondag 29 mei
Een groeiende broederschap
Om 9.00 uur staat er al een ontmoeting met het definitorium op het programma. We presenteren wederzijds onze broederschappen. De omstandigheden zijn zeer verschillend. Indonesië is een groeiende gemeenschap met veel broeders in de vorming. Een gemeenschap ook die de laatste jaren broeders uitzendt en allerlei leuke initiatieven onderneemt zoals digitale programma’s over franciscaanse spiritualiteit, zoomsessie over Gerechtigheid, Vrede en Eerbied van de Schepping.
Vervolgens bespreken we de vraag wat we voor elkaar kunnen betekenen nu en in de toekomst, op welke manier we kunnen samenwerken en elkaar ondersteunen. Naast de broederlijke ontmoeting is dat een belangrijk doel van mijn reis.
Morgen naar Flores, een eiland waar veel van de broeders geboren zijn.
Maandag 30 mei
Flores is een bijzonder eiland. 85 procent van de inwoners is katholiek. Vandaar dat er zo veel religieuzen zijn. In de rest van Indonesië is het omgekeerd en zijn de moslims met 85% ruim in de meerderheid.
Enkele indrukken
De vlucht naar Flores duurt zo’n twee en een half uur. Vlak voor de landing op het vliegveld van Komodo, de uiterste westelijke punt van het eiland, duiken we door het wolkendek heen en krijg ik een indruk van de geweldige archipel die Indonesië is met zijn 17.000 eilanden.
Besprekingen onderweg
Met provinciaal Michael, die samen met broeder Taucen meereist, bespreek ik tijdens de reis allerlei zaken, met name de maatschappelijke en kerkelijke context van de broederschap en wat wij voor elkaar kunnen betekenen. We zijn beiden bezig met de toekomst, maar in heel verschillende situaties.
In de ontmoetingen merk ik hoezeer de historische band voortleeft. Zeker bij oudere broeders, die graag vertellen over hun persoonlijke herinneringen en allerlei namen noemen van medebroeders of informeren naar (oud-)broeders die nu in Nederland leven. Maar ook jongeren zijn geïnteresseerd.
Vorming en sabbat
In de Indonesische provincie is er veel aandacht voor de vorming en toerusting van broeders. Voor de invulling daarvan, maar ook voor de invulling van een sabbat, wordt verder gekeken dan Rome, zo is me wel duidelijk. Michael kijkt duidelijk ook in onze richting en dat zullen we verder oppakken.
Eten bij broeder-bisschop
Er is ook ruimte voor een kleine toeristische rondrit. De streek is in dat opzicht sterk in ontwikkeling.
’s Avonds eten we bij medebroeder Michael Angkul (84), oud-bisschop van Bogor, die ik kan verblijden met kaas uit Nederland. De ontvangst is zeer hartelijk.
Dinsdag 31 mei
Dinsdagochtend rijden we vanaf de kustplaats Labuan Bajo landinwaarts naar Karot (Ruteng), een stad waar veel religieuzen wonen en leven. Het is een autorit van vier uur door bergachtig gebied over vaak smalle, kronkelende wegen, met prachtige vergezichten. Voor het eerst zie ik op vlakkere gedeelten uitgebreide rijstvelden. We zullen daar bij broeders van Karot verblijven, die twee parochies verzorgen.
Levende kip
In Karot wacht ons een plaatselijk welkomstritueel. Ik krijg een sjaal omgehangen en hoofddeksel opgezet. Vervolgens krijg ik, na een toespraak, een kruik met plaatselijke palmboom-drank én een levende kip overhandigd.
We ontmoeten onder meer een jongere broeder die zich bezighoudt met ‘ecopastoraat’, gericht op een verduurzaming van de landbouw, dat in direct contact met boeren gebeurt. Daarover later meer.
Woensdag 1 juni
We bezoeken vandaag verschillende plekken. Het meeste indruk op mij maakt het bezoek aan een instituut van zusters, die honderd kinderen opvangen die ofwel blind ofwel doof zijn. Meewerken in dit huis is een vast onderdeel van het postulaat van de minderbroeders. Een oudere medebroeder, Felix, die vele jaren op Papua heeft gewerkt, is er een geziene gast. Dat blijkt bij aankomst. Kinderen komen direct op hem af.
Na een korte rondleiding verzamelt iedereen zich in de toneelzaal van het centrum en daar zingt een groep blinde kinderen een lied voor ons, begeleid door een blinde jongen. Ze vragen nu mij om iets te vertellen. Voor de doven kinderen wordt dat omgezet in gebarentaal, iets wat ik eerder had gezien in de zondagviering in Jakarta en ik hoorde later dat meerdere broeders zich die vaardigheid eigen maken. Ik eindig mijn woord met een lied, wat zeer wordt gewaardeerd. Daarna wordt een warme maaltijd geserveerd, in een prachtige sfeer. Hoewel we niet met elkaar kunnen spreken is er een hartverwarmend contact.
Rijke cultuur
Flores kent een rijke cultuur. We bezoeken onder andere een traditioneel huis van een kampong, waar familieoudsten zich soms verzamelen om zaken betreffende de kampong te bespreken. Het huis heeft een ronde vorm; iedere kampong heeft zo’n huis, dat uitsteekt boven de andere huizen.
’s-Avonds heb ik in alle rust met Taucen kunnen spreken en gedachten uitgewisseld, onder andere over toekomstige vormen van samenwerking.
Donderdag 2 juni
Groots ontvangen op school
Op donderdag reizen we naar Tentang. Een route door bergachtig gebied met smalle, bochtige wegen, soms in een (zeer) slechte staat. De ontvangst in Tentang is groots. De leerlingen van de basis- en middelbare school wachten ons op. Er is een muziekgroep en een dansgroep van leerlingen, er zijn leerkrachten én een comité van ontvangst, bestaande uit oudere leden van de kampong ter plekke, allemaal bijzonder gekleed. In een stoet trekken we het schoolterrein binnen.
Daar is een dormitorium voor jongens en voor meisjes die verder weg wonen. Ook zijn er met ondersteuning van de Missionszentrale zeven huisjes gebouwd voor leerkrachten en hun gezin. Die huisjes worden aan eind van de morgen ingezegend, waarin ook ik betrokken word. Mooi om te horen dat op school ook gevoeligheid voor goede omgang met moeder aarde wordt bevorderd. Niet overbodig in een gebied waar ongeveer 80% van de bevolking leeft van de landbouw, voornamelijk rijst, en veeteelt. Leerlingen werken mee in tuintjes rondom de school. Ook werken ze mee aan de productie van een bepaalde plantenvoeding en compost, met middelen die ter plekke beschikbaar zijn.
In een parochiekerk in Tentang, waar medebroeders werkzaam zijn, hebben ze het idee van sacramentenbomen ontwikkeld. Degenen die zich voorbereiden op een sacrament, worden gevraagd om een stekje van een boom te kopen en dat te planten. Er is de keuze uit een vruchtenboom voor de eigen tuin en/of voor een boom in het bos. Daarmee dien je de omgeving en herstel je iets van de ontbossing die plaatsvindt. Ik vind het heel mooi hoe met kleine, eenvoudige handelingen de zorg voor de schepping wordt bijgebracht en verbonden wordt met het geloofsleven.
Vrijdag 3 juni
Bizar slechte wegen
We trekken met velen naar een kampong nog verder de bergen in over soms bizar slechte wegen. Maar met vierwielaandrijving geraken we ook over de slechtste gedeelten. In die kampong is deze morgen een van de vele eerste missen van een medebroeder die recent in Jakarta is gewijd. Bij zulke gelegenheden doet iedereen in de kampong mee aan de voorbereiding, ook financieel. Er wordt met vele handen een grote feesttent gebouwd. En er is een uitgebreide kookstaf. Zelfs worden voor zulke gelegenheden soms slechte weggedeelten in de kampong of ernaartoe, met steun van de overheid, opgeknapt. In dit geval was de hoofdstraat van de kampong opgehoogd en van een nieuw wegdek voorzien.
Zoals Franciscus…
De eucharistieviering was zeer feestelijk. Het districtshoofd hield een toespraak waarin hij verwees naar aanwezige spanningen in de gemeenschap. Hij sloot af met een lied. Ik moest denken aan Franciscus die broeders er eens op uitstuurde om met een lied een conflict tussen de burgemeester en bisschop van Assisi te doorbreken.
Zaterdag 4 juni
Een makkie…
Op zaterdag gaan we naar Pagal, een half uur met de wagen. Makkie dus. Daar is een huis voor het postulaat en een huis voor het prepostulaat. Dat laatste is voor kandidaten die niet op eigen scholen hebben gezeten. Vaak hebben zij beperkter onderwijs gehad en het prepostulaat is bedoeld om tekorten op te vangen.
Heel vriendelijk, toegankelijk en laagdrempelig
Ik vind Pagal een bijzondere locatie. De gebouwen van parochie en (pre)postulaat liggen allemaal aan een smalle weg waaraan ook woonhuizen liggen en een nabijgelegen scholen. Geen afscheidingsmuren of toegangshekken. Heel vriendelijk, toegankelijk en laagdrempelig. In de namiddag bezoeken we verschillende adressen van mensen die gesteund worden in wat zij een ‘creatieve economie’ noemen. Dat wil zeggen dat ze zelf iets produceren om in het levensonderhoud te voorzien, zoals suiker, palmwijn, of prachtige geweven sarongs. Broeders helpen bij de promotie van die producten.
Zondag 5 juni
Vandaag is er een feestelijke Pinksterviering, waarin provinciaal Michael voorgaat. Na de communie vindt er een bijzonder moment plaats. De medebroeder-pastor vraagt me om voor het altaar te gaan staan om de kinderen te zegenen. De kinderen komen door het middenpad naar voren. Ik ga maar door de knieën om niet vanuit de hoogte te hoeven zegenen. Ze blijven maar komen en dringen echt aan. Een heel bijzondere ervaring.
Centrum voor Ecopastoraal
Na de viering gaan we nog naar het Centrum voor Ecopastoraal van de franciscanen ook in Pagal. Daar worden op een ecologische wijze planten en struiken gekweekt. Maar er zijn ook lokalen voor instructie. Er is materiaal ontwikkeld voor verschillende jaargangen van het middelbaar onderwijs op het gebied van ecologie. Een heel interessante plek.
Theo van Adrichem
Dit is het eerste deel van het reisverslag van de Indonesië-reis van provinciaal Theo van Adrichem, 28 mei t/m 15 juni 2022. Lees verder deel 2.