Na de dood van mijn vader deed mijn moeder na enige tijd al de kleding van hem weg. Alleen van zijn hoedje kon ze geen afscheid nemen. Dat droeg vader altijd wanneer hij naar buiten ging. Jarenlang lag dit hoedje op de kapstok in de gang. Na het overlijden van moeder verdween ook het hoedje.
Ter herinnering aan Franciscus heb ik een foto van een mooi schilderij aan de muur hangen. Zelf vraagt Franciscus toch iets anders van mij. Toen hij ziek in Siena verbleef en stervende was, vroegen de broeders hem iets ter herinnering achter te laten. Drie waarden waren hem zo dierbaar dat deze zijn leven vormden: de liefde tot zijn broeders, tot de armoede en voor de kerk. Door de eeuwen heen hebben de broeders deze drie waarden, op hun eigen manier en passend bij de tijd, van inhoud en leven voorzien. Ook ik merk hoe ze mijn leven zin verlenen.
Deze drie waardenin het leven van elke dag vorm geven ziet Franciscus als een herinnering aan hem en zijn zegen. Door ze te verwerkelijken scheppen we een band met hem. We geven aan bij hem te horen en hij zegent ons ervoor.
Hij heeft voor ons drie hoedjes op de kapstok gelegd. Soms pak ik de een op, dan weer krijgt een andere meer aandacht. Het is zijn leven, onder ons, in deze tijd.
Marcel Paulissen ofm
Dit artikel verscheen eerder in het magazine Minderbroeders Franciscanen, nr. 1, 2022.